De centrale die de stroom moest gaan op
wekken werd gevestigd aan de Koningsweg
en was in 1910 gebruiksklaar. In de eer
ste jaren werd vooral stroom opgewekt
voor eigen gebruik van de tramexploitant.
Tegen het einde van de jaren tien kwamen
er steeds meer particulieren als afnemer
en gingen ook bedrijven stroom afnemen.
De Schelde was hier niet bij omdat die nog
steeds gebruik maakte van de eigen cen
trale. Dit zou zo blijven tot 1930 toen de
scheepswerf besloot om stroom af te ne
men van de PZEM, zoals de elektriciteitsfa
briek inmiddels heette.
Opmerkelijk was in 1909 en 1910 de rol
die wethouder Jacobus van Niftrik Jr.
speelde in de totstandkoming van de cen
trale. Net als de voormalig burgemeester
Arie Smit combineerde hij een publieke
functie met een leidinggevende baan in het
bedrijfsleven. Hij werd wethouder in 1902,
maar was al vanaf 1889 directeur van de
gasfabriek en had dus grote belangen bij
het leveren van gas aan Vlissingen en, in
de nabije toekomst, elektriciteit. Hij moet
ongetwijfeld teleurgesteld zijn geweest dat
de directie in Londen besloot om niet in
Vlissingen te investeren zolang de tram
maatschappij en De Schelde niet meede
den en zal de nodige bedenkingen hebben
gehad bij het verlenen van toestemming
aan de concurrent om een centrale te
bouwen. Dat het toch gebeurde tekent de
waarde die Van Niftrik heeft gehad voor de
modernisering van Vlissingen in het begin
van de twintigste eeuw. Hij was verantwoor
delijk voor de bouw van het villapark, van
honderden arbeiderswoningen en voor het
dempen van de drie oude havens waar
door het Bellamypark en de Spuistraat
konden ontstaan. Van Niftrik heeft ook
veel gedaan voor de ontwikkeling van het
toerisme. Hij verbond de badplaats met de
stad door de aanleg van de Badhuisstraat,
liet de Leeuwentrappen bouwen en zorgde
voor toeristische trekpleisters op de boule
vard, zoals de muziektent. Zijn keuze voor
de trammaatschappij als leverancier van
elektriciteit waarbij zijn eigen bedrijf sterk
in het nadeel zou geraken, paste volledig
in dit profiel. Toch bleef hij nog tot 1924
De in 1909 gebouwde elektriciteitscentrale van
de Brusselse firma S.A. des Tramways a Vapeur
Flessingue-Middelbourg et Extensions aan de
Koningsweg. (Bron: Gemeentearchief Vlissingen,
beeldcollectie nr. FA 15051)
directeur van de gasfabriek die onder zijn
leiding al die jaren goed bleef presteren.
Waarschijnlijk had Van Niftrik al vroeg
voorzien in welke richting de energiebe
hoefte van particulieren en bedrijven zich
zou ontwikkelen. Het bevoordelen van de
gasfabriek zou in deze toekomstvisie een
zinloze exercitie zijn geweest die vroeg of
laat toch zou eindigen. Door deze opstel
ling behield de gasfabriek van Van Niftrik
de goodwill van de gemeente en haar mo
nopolie in een groeimarkt omdat er steeds
meer werd gekookt en verwarmd met gas.
Tevens groeide de reputatie van de wethou
der als een man van gezag, invloed en een
zekere onkreukbaarheid. En daarmee kon
de stad haar voordeel doen.
1,40 voor twintig woorden
De aanleg van het elektriciteitsnet in de ja
ren tien van de twintigste eeuw was de laat
ste van de vijf ondergrondse nutsvoorzie-
Januari 201 5
7