Brand op het terrein van de olieraffinaderij NedPam te Vlissingen, juli 1924. Het duurde drie dagen
voordat de brand was geblust. De NedPam kreeg pas in 1927 een opvolger: de Vlismar.
(Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen)
de industriële werkgelegenheid. In 1868
besloot de landsregering echter tot een
verhuizing naar een aantal noordelijker
gelegen havensteden omdat Vlissingen te
kwetsbaar was in het geval er een nieuwe
oorlog zou uitbreken. Hierdoor werd het
grootste deel van de beroepsbevolking
werkloos. Toen in 1875 Arie Smit een par
ticuliere werf startte betekende dat het be
gin van een nieuwe groei van Vlissingen
als industriestad. In korte tijd groeide de
Koninklijke Maatschappij De Schelde uit
tot een van de grootste scheepswerven van
het land. Weer werkte verreweg het groot
ste deel van de Vlissingers bij één enkele
onderneming. In 1905 waren er 173 be
drijven, voornamelijk kleine werkplaatsen.
Naast De Schelde die toen 1.400 werkne
mers had, waren er een blikfabriek, een
gasfabriek, een elektriciteitscentrale, een
raffinaderij, een gereedschappenprodu-
cent, een schoenenfabriek, een stoomwas-
serij, een bierbrouwerij en een aantal druk
kerijen. Deze situatie was in 1919, het jaar
waarin Van Woelderen burgemeester werd,
nog niet veranderd. Geen wonder dat de
verdere ontwikkeling van de industrie een
van de speerpunten werd in de Vlissingsche
trias. De Schelde stond daarbij centraal,
maar het was ook zaak om meer diversiteit
te krijgen in het aantal industriële vestigin
gen.
Dat is niet gelukt. Het aantal bedrijven met
meer dan tien werknemers nam weliswaar
toe, maar dat waren voornamelijk onderne
mingen die hun activiteiten ontplooiden in
het verlengde van de Vlissingse haven en
een rol speelden in de bevoorrading van de
schepen die daar afmeerden. Zo was er een
bunkerstation van de Steenkolen Handels
Vereniging, de S.H.V., een vestiging van
de N.V. Handelscompagnie uit Rotterdam,
verschillende opslagmogelijkheden voor
olie en melasse en een tankinstallatie van
de Vlissingsche Mineraalolie en Asphalt
Raffinaderij, de Vlismar. De raffinaderij was
een van de weinige nieuwe industrieën,
maar was al in 1913 opgericht als vesti
ging van de Nederlandsche Petroleum en
Asphalt Maatschappij te Rotterdam, de
NedPam. Er waren wel wat kleinere suc
cessen voor het industriebeleid, zoals de
werktuigenfabriek Fijnwerk uit 1920 en de
ijsfabriek Walcheria uit 1921, maar de ef-
8
Den Spiegel