gegund moest worden aangezien zijn vader zich zo voor het land had ingezet. Vereeuwigd door de grootmeester Saskia van üylenburgh heeft geposeerd voor meerdere schilderijen van Rembrandt. Zelfs het op de Nachtwacht afgebeelde meisje met het pistool en de kip in de rol van de 'Schutterkoningin' vertoont eni ge gelijkenis met de gelaatstrekken van Saskia. Hij vereeuwigde zichzelf en zijn col lega schilder Jan Lievens ook op het doek. Wat zou het mooi zijn geweest als de mees terschilder tijdens een bezoek aan zijn fa milie in de Zeeuwse contreien een aanzicht van Vlissingen zou hebben geschilderd. In ieder geval twee, misschien wel drie van de genoemde Vlissingse inwoners zijn door de 'grootmeester van het licht' ver eeuwigd. Geheim agent Anthonie Coopal gaf Rembrandt in 1635 opdracht hem in olieverf te portretteren. Het schilderij dat Rembrandt maakte bevindt zich van daag de dag in het Museum of Fine Arts in Boston. In de jaren '80 van de afgelo pen eeuw hebben leden van het Rembrandt Research Project verklaard dat het schilde rij niet door Rembrandt zelf zou zijn geschil derd. In recentere jaren is na studie van de schildertechniek echter vastgesteld dat het wel degelijk van de hand van de meester is. Er bestaat van Rembrandt ook een schil derij van een man met een hoed uit 1639, waarvan men niet weet wie hij zou moe ten voorstellen. Hij toont grote gelijkenis met Anthonie Coopal. Het zou heel goed Anthonie of zijn broer, Rembrandt's zwa ger Francois Coopal, kunnen zijn. Van zijn schoonzus Titia maakte Rembrandt twee jaar voor haar overlijden een vlotte pen tekening. Die tekening bevindt zich in het Nationale Museum van Zweden. Zowel de tekening van Titia als het schilderij met de onbekende man werden in 1639 vervaar digd, vier jaar na het schilderij van Anthonie. Vader Rombertus van üylenburgh, de vader van Titia en Saskia, was eind 16e eeuw burge meester van Leeuwarden. Hij was de laatste persoon die sprak met Willem de Zwijger, Vader des Vaderlands. Van üylenburgh nuttigde op dinsdag 10 juli 1584 in het Prinsenhof in Delft het middagmaal met Willem van Oranje. Na de maaltijd liep Willem de trap af en werd op zeer korte af stand met een pistool doodgeschoten door Balthasar Oerards. Willem van Oranje's laatste woorden "Mijn Heere Godt weest mijn siele ghenadich, ick ben seer gequestst, Heere Godt weest mijn siele, ende dit arme volk ghenadich" werden opgeschreven door een man die volgens Van üylenburgh niet eens ter plekke aanwezig was. In recente ja- Links: Anthonie Coopal. Rembrandt, 1635. Rechts: 'Man met een hoed' die zeer grote gelijkenis toont met Anthonie, Rembrandt, 1639. 16 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2015 | | pagina 18