Vlisslngen, Station met steigers der Stoomvaart-Maatschappij "Zeeland"
De buitenhaven in 1925, voor de uitbreiding die in 1931 klaar zou zijn. Op de voorgrond is het
Stationsplein te zien. Daar achter de Steigers van de Stoomvaart-Maatschappij 'Zeeland'
(Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen)
kolen en machines die zij elders inkocht.
De scheepvaartplannen van De Schelde
strandden al snel omdat Rotterdam zich
verzette tegen een nieuwe concurrent en
bij de toenmalige regering een veel gro
tere vinger in de pap had dan het kleine
Vlissingen. Wat overbleef was het gebruik
door De Schelde en de SMZ, zodat de ha
ven in het laatste decennium van de ne
gentiende eeuw ten dienste stond van de
werf en van het post- en personenverkeer
met Engeland, dat weliswaar groeide,
maar nooit voor meer dan twee sche
pen per dag zorgde. In 1914 nam de ge
meente Vlissingen daarom het beheer van
de havens over van De Schelde. Vanaf dat
moment begon een lobby om toestem
ming te krijgen en fondsen te werven voor
modernisering en een uitbreiding van de
Buitenhaven. In 1919, het jaar waarin Van
Woelderen op 42-jarige leeftijd het bur
gemeestersambt aanvaardde, stemde de
landsregering in met de plannen.
Het zou nog tot 1931 duren voordat de
nieuwe haven in gebruik kon worden ge
nomen. Haagse bureaucratie en de tegen
werking van Rotterdam vertraagden de
besluitvorming en dus ook de uiteindelijke
bouw. Van Woelderen heeft hierin zeker een
positieve rol gespeeld. Zijn connecties met
de koninklijke familie en een deel van de
Staten-Generaal die sterker waren gewor
den door zijn bijdrage aan het verijdelen
van Pieter Jelle Troelstra's socialistische
revolutie in 1918, waren daarbij in zijn
voordeel en dat van Vlissingen.
De nieuwe haven kende in de eerste ja
ren van haar bestaan geen enkele groei.
Sterker nog, na een goed eerste jaar, zakte
in 1933 zowel de invoer als de uitvoer tot
onder het niveau van 1928. De oude pro
blemen van de Vlissingse haven golden
nog steeds en waren door de internatio
nale schaalvergroting in de scheepvaart
waarschijnlijk versterkt. De Vlissingse ha
ven had nog steeds niet de juiste moderne
voorzieningen om zeeschepen snel te laden
en te lossen en te voorzien van brandstof,
levensmiddelen en water. De grootte van
de haven en de ligging aan de Noordzee
waren weliswaar pluspunten, maar de in
ternationale scheepvaart verkoos toch de
moderne havens als Rotterdam, Antwerpen
en Hamburg vanwege de betere voorzienin-
April 2015
5