o L.
Op 17 april 1931 werd de nieuwe buitenhaven geopend door Koningin Wilhelmina. Prins Hendrik en
Prinses Juliana waren er ook bij. Tussen Wilhelmina en Juliana loopt burgemeester Van Woelderen
(Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen)
gen daar, de veel grotere afhandelingssnel
heid en de waarschijnlijkheid dat er retour
vracht was. De schepen die de haven van
Vlissingen wel bezochten, deden dat voor
namelijk om de lokale bedrijven van grond
en brandstoffen te voorzien. In 1927 was
dat 89 procent en in 1933 zelfs 99 procent.
Van Woelderen had dus duidelijk iets laten
liggen. De vraag is of hij en zijn adviseurs
zich daarvan bewust waren. Wellicht had-
800.000 r-
700.000 I
600.000 i
500.000
400.000
300.000
200.000
100.000 j
1927 1928 1929 1930 1931 1932
1934 1935
In- en uitvoer Haven van Vlissingen in tonnen, 1927-
1933 (Bron: Rapport van E.A. Kautz: Der Hafen von
Vlissingen, Jena, 1933)
den de inspanningen om de vijf miljoen
gulden die de nieuwe Buitenhaven zou
gaan kosten los te krijgen in Den Haag,
hun blik op de toekomst versmald en was
de revolutie die zich in de scheepvaart tus
sen 1919 en 1931 had voltrokken volledig
aan de aandacht ontsnapt. Misschien ook
hadden ze helemaal niet het plan om een
rol te gaan spelen in de internationale zee
scheepvaart en wilden ze het beleid richten
op het zogenaamde snelverkeer: post, per
sonen en binnen- en kustvaart. Het moet
gezegd dat de Stoomvaart Maatschappij
Zeeland het nog steeds goed deed en ook
van de veerdienst op Breskens werd in toe
nemende mate gebruik gemaakt. Maar op
dit soort activiteiten alleen kon een zeeha
ven natuurlijk niet draaien, zeker niet met
de ambities van de Vlissingse gemeente
raad, Albert van Woelderen voorop. En dat
realiseerden ze zich zelf ook. Er moest wat
gebeuren en men bedacht dat het inroepen
van deskundige hulp van buitenaf zo lang
zamerhand geen overbodige luxe meer kon
worden genoemd. Er werd besloten om een
wetenschappelijk onderzoek te laten uit-
6
Den Spiegel