In Zeeland waren het Middelburg, Veere en
Zierikzee die, hoewel ze alle drie een veel
minder gunstige ligging hadden, Vlissingen
eeuwenlang konden overvleugelen. En toch
heeft de stad kansen in overvloed gehad.
Kansen die stuk voor stuk niet zijn aange
grepen of op een verkeerde, op de korte
termijn gerichte manier werden aange
pakt. In de geschiedenis van Vlissingen is
dat minstens zeven keer gebeurd en steeds
was er sprake van hetzelfde patroon: een
meestal hogere overheid dan die van de
stad zelf zag een economisch of militair
voordeel om te gaan investeren in de ha
vens van Vlissingen en voerde, gedre
ven door een voorondersteld gunstig toe
komstbeeld, de plannen daadwerkelijk uit.
Dat gebeurde in 1308, 1443, 1581, 1688,
1873, 1933 en 1964. Als gevolg van de
investeringen kende de stad steeds een
periode van groei en welvaart, steevast ge
volgd door een terugval.
1308
Omstreeks 1290 vatte graaf Floris V het
plan op om in Vlissingen een haven te la
ten graven voor militaire en handelsdoel
einden. Kort daarvoor had hij de dorpen
Oud- en Mieuw-Vlissingen gekocht. Door
de oorlogen met de Vlaamse graven en
zijn gewelddadige dood in 1296, zou het
er onder zijn regime echter niet meer van
komen. Opvolger Willem lil pakte het werk
weer op in 1304. Vier jaar later was er een
grote en voor die tijd moderne haven die
Vlissingen, maar ook de graaf en zijn op
volgers in de eeuw daarna geen windeieren
heeft gelegd. Toch zien we in de loop van
de veertiende eeuw dat de Vlissingers op
alle gebieden voorbij werden gestreefd door
de Middelburgers: die hadden de beschik
king over een grotere haven, meer hande
laren, meer nijverheid en meer grafelijke
voorrechten. De buurstad kon in die tijd
uitgroeien tot een van de belangrijkste ste
den van Holland en Vlaanderen. Vlissingen
zou na 1315, het jaar waarin het eindelijk
stadsrechten kreeg, meer dan een eeuw
lang geen groei van betekenis meer door
maken.
1443
In 1433 werd Zeeland door overerving on
derdeel van het Bourgondische Rijk van
Philips de Goede. Ook deze graaf was ge
charmeerd van de gunstige ligging van
Vlissingen, waarschijnlijk in eerste instan
tie vooral vanuit commerciële overwegin
gen. Hij besloot al snel tot de aanleg van
een nieuwe haven die in 1443 klaar was.
Vlissingen kreeg van hem daarnaast het
recht om belasting te heffen op haring
die tussen Westkapelle en Welsinghe werd
aangevoerd. Tevens mocht de vis alleen
maar in Vlissingen worden verkocht. Dit
was het begin van een lange periode waar
in Vlissingen de belangrijkste haringstad
was van Zeeland en Vlaanderen. Dat leek
mooi, maar was het in feite niet. Omdat er
op een gemakkelijke manier veel geld kon
worden verdiend aan de visvangst en -han
del, vergaten de Vlissingers hun stad een
duurzaam economisch fundament te geven
door bijvoorbeeld ook andere producten
ar x :a ;n x x. 'o :a.»
Het stadhuis van Middelburg, gebouwd in de
vijftiende eeuw. (Bron: Gravure uit J.L. Terwen,
Het Koningrijk der Nederlanden, voorgesteld
in eene reeks van naar de natuur geteekende
schilderachtige gezigten, Gouda 1858)
16
Den Spiegel