haal luidde dat de SMZ daar een snellere verbinding had met het Europese, vooral Duitse achterland. Het officieuze verhaal wees op de Nederlandse Spoorwegen als grote boosdoener. Het bedrijf, dat in 1938 was ontstaan uit verschillende spoorweg maatschappijen zou belangen hebben ge had in de haven van Hoek van Holland. Voor de fusie kon Vlissingen nog profiteren van de concurrentie tussen deze bedrijven, na de fusie was er een monopolie en dat viel ongunstig uit voor de Scheldestad, waar een groot deel van de haven afhan kelijk was van het post-, goederen- en pas- sagiersverkeer op Engeland. (3) Belangen Nationale en internationale belangen die aanvankelijk een investering in Vlissingen als militaire basis of handelshaven recht vaardigden, veranderden. Zo speelde in de veertiende eeuw de overgang van de graaf schappen Holland, Zeeland en Henegouwen naar de Bourgondische Nederlanden een belangrijke rol. Philips van Bourgondië fi nancierde in 1443 weliswaar nog de ha venuitbreiding, veel zou het de Vlissingers niet helpen. Voor de stad was een positie in de marge weggelegd, in de schaduw van de Vlaamse en Franse havensteden. Ook in de jaren van de Republiek concentreer den de kerntaken van de jonge staat zich, na de aanvankelijke grote waardering voor Vlissingen, meer en meer in het gebied tus sen en rond Amsterdam en Rotterdam. Een mooi voorbeeld was de keus die Willem van Oranje maakte voor Leiden als de eerste stad van de Republiek die een universiteit kreeg. Naast Leiden was ook Middelburg een belangrijke gegadigde. De meeste analyses over die beslissing benadrukten dat de prins Leiden wilde belonen voor het heldhaftige gedrag van haar burgers tijdens het beleg in 1572. Het is heel goed moge lijk dat hier ook geografische argumenten aan ten grondslag hebben gelegen. In de late negentiende eeuw kwam de keuze voor Vlissingen als centrum van het mailverkeer met Engeland niet van harte tot stand. Het was aan het koningshuis te danken, ge steund door de minister-president, dat het toch gebeurde. Een mooi voorbeeld van een ontwikkeling in de nationale politiek met een minder duurzaam draagvlak. Het niet uitkomen van de hoge verwachtingen van de Sloehaven tenslotte, had alles te maken met de aantoonbare verwevenheid van politieke en economische belangen op provinciaal, nationaal en Europees ni veau. Complex maar veelzeggend waren in dit verband de recente gebeurtenissen rondom de door België bekostigde bag- gerwerkzaamheden in de Westerschelde ten faveure van de bereikbaarheid van de Antwerpse havens en de daaraan gekop pelde verplichting van Nederland om de Hedwigepolder te ontpolderen. Een echt Europees beleid zou gericht moeten zijn op het ontvangen van grote zeeschepen in het Sloegebied, waarbij het beheer kan plaats vinden door een samenwerkingsverband tussen de Antwerpse, Vlissingse, Gentse en zelfs Rotterdamse havens. Voordelen: er hoeft niet of veel minder te worden gebag gerd, de schepen bereiken sneller de plaats van bestemming en door de enorme kos tenbesparingen, kan men op kostprijs con curreren met andere havens. De aanleg van het Sloegebied, 1961. (Beeldcollectie Gemeentearchief Vlissingen; Foto Dert) Juli 2015 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2015 | | pagina 25