De reparatie van de Kommuna aan de afmeerkade in de Dokhaven, 1950-1951.
(Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen; St. Behoud Scheldecollecties)
De BVD in actie
Het hoofd van de BVD, Mr. L. Einthoven,
schreef aan Minister President Drees dat
hij verontrust was over de aanwezigheid
van Russische toezichthouders, die aan de
wal in de nabijheid van de werf gehuisvest
werden. Vlissingen was zeer geschikt voor
spionage en de werf in het bijzonder. Hij
hield het ook voor mogelijk dat de toezicht
houders in geval van een gewapend con
flict een commandogroep zouden vormen
met alle gevolgen van dien. Een bedreigd
Vlissingen betekende ook een bedreiging
voor de haven van Antwerpen, zo'n risico
kon men niet nemen.
De KMS had de opdracht aangenomen zon
der voorafgaand overleg met de Koninklijke
Marine of de BVD. Als de Kommuna gedokt
werd, dan kwam zij naast onderzeebootja
gers in aanbouw te liggen. De marine had
dan ook tegen deze reparatie bezwaar ge
maakt.
Als het contract niet geannuleerd kon wor
den stelde Einthoven voor het aantal toe
zichthouders tot een minimum te beperken
en een streng visumbeleid te voeren. Ook
moesten bijzondere maatregelen voor toe
zicht worden genomen en was politieke ac
tiviteit voor de toezichthouders taboe.
Voor de toekomst stelde hij voor geen or
ders van achter het IJzeren Gordijn te ac
cepteren zonder toestemming van de
Ministers van Oorlog en Marine.
Drees reageerde kort: tegen uitvoering van
de order konden we bezwaarlijk nog optre
den. Nederlandse werven hadden dringend
orders nodig. Het treffen van veiligheids
maatregelen was een ander verhaal.
Buitenlandse Economische Betrekkingen
Ook de directeur van het Bureau voor
Economische Betrekkingen mengde zich
in de kwestie maar nam een genuanceerd
standpunt in. Volgens hem had de KMS op
zijn advies wel degelijk contact had gehad
met de Marinestaf en was zich van de vei
ligheidsrisico's bewust.
Instanties die zich met de zaak bezig hiel
den waren niet goed op de hoogte van fei
ten. Op dat moment, 15 juni, waren nog
Oktober 2015
13