I O URN A B V'~ liaflauftlje'^lDot/ Onder'tbeleydt ran den Admirael O f T g -JJ- BtfclirijvingliTandc Voyagicom den gantlthen Aert- Kloot,Gedacn met elfi'cbepcn: Jaquci l'Heremite,eodc Vice-AdmiraeiGhceo Huy- gcnSdiapcubam.irldc I.ircn 11Sij-i614.16jf.cn ldiS. jwtru# ttiirbp Btbotoi ren SStfcfugxioK d.ittOi n.i(Tji;vir a,..i I'-L.tua; ream ai Mujrtfi [g[ ifl!p .a. ;cii uirf a: pan Pfdao Urn!.ay.".'!: '.inio- r. 0nr&Efhinffeu.jil'ton. Be tont Aul uilr?. rrMi groottn Aeje UEram cnBE OetkvieJs ertiigt tii/cttir/ru JrOnjl- EirJj/rArFittiindcCrrprtranJckApttfTttJtnd,. IrAMSTgL1EIPAll, Ba»J ©DljtUttliOitpn: j WOOHfllCt UkDC ftEEBC n.itftfct IKMt-SWf/tfM JSHiS-Winfkel. An™ i4*. Titelpagina van het Journael van de Nassausche vloot ofte beschrijvingh van de voyagie om den gantschen aert-kloot, onder Jaques l'Heremite en Gheen Huygen Schapenham (Amstelredam, 1648). pen van die vloot was de Orangiën van L.J. Quirijnen uit Vlissingen.59 Uit die tijd dateert een melding uit de Golf van Cali- fornië. Juan Iturbi verkreeg in het jaar 1615 toestemming van de Spaanse kroon om de kust van Californië (noordwestkust van Mexico) te verkennen, maar dat bekwam hem slecht (zie ook eerder): 'Een van zyne twee schepen wierd door eene bende Européise zeerovers genomen, die onder den naam van Pichilingues in America berucht waren, en tot grooten hoon en versmaading der magt van Spanjen de Zuyd-Zee ontrusteden, zo lang tot dat men eindelyk, vermits hunne gepleegde ge- weldenaryen, begon te begrypen, dat de verovering van California van de uyterste noodzakelykheid voor de kroon was, de- wyl dat gespuys aldaar zyne veilige wyk en schuylplaats genomen had.60 Of Iturbi hier Vlissingers of de latere verbastering voor zeerovers bedoelde is onduidelijk, maar ze ker is wel dat deze lieden niet alleen de kust onveilig maakten, maar zich er ook hadden gevestigd. Dat er zich Vlissingse avontu riers in het werelddeel bevonden weten we wel zeker uit later tijd. In de zomer van 1694 bevond de Vlissingse lorrendraaier de Jonge Jan van schipper Cornelis Melsen zich op de kust van het huidige Venezuela toen het geladen met cacao werd opgebracht door de Spanjaarden.61 In de achttiende eeuw werd er zelfs een raid op de Spaanse bezit tingen aan de Pacifische kust ondernomen. Het bewijs dat er Zeeuwse kapers in de Stille Zuidzee zijn geweest dateert van 1706 toen twee commissievaarders samen met twee Engelsen langs de kust van Peru opereer den en daarbij kostbare schepen prijsnamen en tevens de stad Panama brandschatten.62 In de negentiende eeuw zouden nog tien Vlissingse schepen Kaap Hoorn van Oost naar West of West naar Oost ronden, maar deze hadden alle handelsdoeleinden.63 De Engelse plaatsnamen voor Vlissingen zijn al in de zeventiende of achttiende eeuw ontstaan; voor de Spaanse plaatsnamen ligt dat ingewikkelder en is het moeilijker aan te tonen. Het lijkt voor de hand lig gend dat hier eerder naar de verbastering van het woord pechelingue als piraat wordt verwezen dan naar de Vlissingers zelf. Meer raakvlak bestaat er hier met de meer zui delijk gelegen plaatsnamen. De al eerder genoemde Hendrick Frederick arriveer de in juli 1600 in de Golf van Guayaquil. l'Hermite arriveerde daar in de zomer van 1624 en brandde en plunderde het stadje tot tweemaal toe. Het is dus goed mogelijk dat de naam van Vlissingen toen in zowel het hedendaagse Ecuador als Chili is blijven hangen.64 Wat hierbij echter niet vergeten mag worden is dat gedurende de zeventien de en achttiende eeuw heel veel Zeeuwse kapers en smokkelaars actief zijn geweest in de Caraïbische Zee en zo hun invloed op de verspreiding van het begrip Pechelingue in de wijde regio hebben gehad. Conclusie De naam Vlissingen werd aan het eind van de zestiende eeuw in het Spaans verbas terd tot pechelingue. Dat deze spelling niet 16 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2016 | | pagina 18