Waer dat men sich keert of wend,
End' waer men loopt of staet;
kust en zelfs naar de Afrikaanse, Aziatische
en Amerikaanse wateren. Direct na het be
gin van de Opstand kwamen Zeeuwse ka
perschepen al in de Atlantische Oceaan tot
Lissabon aan toe.8
Dat bezorgde de Vlissingers in enkele ja
ren een gedegen reputatie, maar al voor de
Opstand was die kennelijk gevestigd, want
al in 1568 schreef Georg von Laffarten aan
Dr. Suderman in Antwerpen: ...Ich gelobe
nicht, das boser volk sei in des konings lan-
ten dan hier binnen Vlissingen.' 9 De winst
gevendheid van de kaapvaart was zelfs
dusdanig dat het een van de voornaamste
bronnen van inkomsten zou worden in de
zeventiende eeuw (waarin acht oorlogen
werden uitgevochten die tezamen meer dan
50 jaar duurden). Een zeventiende-eeuws
Zeeuws gezegde luidt dan ook: Ik lap han
del aan mijn laars als er buit te halen valt.10
Dat gold zeker de Vlissingers. De Veerse
dichter Adriaan Valerius verwoordde de
nieuw verworven maritieme zeemacht van
de jonge Republiek aldus in 1616:11
Waer dat men reyst of rotst, of rend,
End' waar men henen gaet.
Daer vint men. 't Sy oock op wat Ree,
d' Hollander end' de Zeeuw,
Sy loopen door de woeste Zee,
Als door het bosch de leeuw.'
De Vlissingse geus, de oorlogsvlag met
het stadswapen op een rood doek, werd
overal op zee waargenomen. Sir Dudley
Carlton, de Engelse ambassadeur in de
Nederlanden gaf op 26 juni 1623 blijk van
de internationale reputatie die Vlissingen
zich in die dagen als kapersnest verworven
had door te schrijven: 'Vlushing, which
town hath gotten the title of a yong Algeer,
by reason of the many ships its setts out
upon adventure.'12
Het waren echter niet alleen de particu
liere initiatieven in de kaapvaart die de
Vlissingers buiten de grenzen berucht
maakten. Vanuit Zeeland en Vlissingen in
het bijzonder werden ook vele militaire ex
pedities tegen Spanje en Portugal onderno
men. In 1596 werd een militaire expeditie
naar Cadiz ondernomen. In het eskader van
24 schepen zaten zeven Zeeuwse oorlogs
bodems. Een andere expeditie ging naar
de Canarische eilanden. De vloot stond on
der commando van de Vlissingse admiraal
Pieter van der Does en een van de drie es
kaders onder commando van de Vlissinger
Cornelis Geleynsz. Leeste, die ook de tocht
naar Cadiz had meegemaakt. De opbrengst
bestond uit 100 metalen kanonnen, di
verse klokken, 9.000 kisten bruine suiker,
14.000 olifantstanden, lijnwaad, katoen
en gemunt en ongemunt goud en zilver.
Niet minder dan veertien Zeeuwse kapi
teins deden aan de expeditie mee.13 Drie
decennia later was Joos Banckert in 1624
als commandeur van drie schepen van de
WIC actief voor de kust van Hispaniola en
later, in 1627, diende hij onder Piet Hein.
Tijdens diens zilvervloot expeditie was het
Pieter Adriaensz. Ita uit Vlissingen die op
1 augustus 1628 in het zicht van Havana
twee rijkbeladen Spaanse galjoenen ver-
overde.14 Ita was in 1622 zijn loopbaan
gestart op een kaperschip van 35 last
Portret van Sir Dudley Carlton, 1st Viscount of
Dorchester en Secretary of State, door Michiel
Jansz. Van Mierevelt, ca. 1620, The Royal
Collection Trust.
Bron: wikipedia.org
Januari 2016
5