Verovering van twee Spaanse admiraalsschepen door de vloot van de WIC onder admiraal Pieter Adriaensz. Ita, 1 augustus 1628. Gevecht tussen oorlogsschepen op zee voor de Cubaanse kust, rechts in de verte Havana. Gemerkt linksboven, ets, ca. 1649-1651. Rijksmuseum, Amsterdam, nummer RP-P-OB-79.381 delijk in 1625 leidde tot een bondgenoot schap werden gezamenlijk vloten uitgerust om de havens van Spanje, de vijand, te bestoken. Dit verdrag van Southampton zou de Zeeuwse commissievaart veel voordeel opleveren. Het maakte de ri sico's voor de Zeeuwse kapers namelijk minimaal. Artikel 17 van het verdrag van Southampton bepaalde namelijk dat ka pers in havens van beide landen konden in- en uitlopen indien zij hun commissie- brief konden tonen.23 Daarmee verviel voor de Vlissingse kapers de gevaarlijke route door het Kanaal. De Engelse havens aan de zuidkust boden een veilig toevluchtsoord en ideale uitvalsbasis voor de Zeeuwse kapers die op jacht gingen voor de ingang van het Kanaal en de Golf van Biskaje. In 1629 werd zelfs een conceptoctrooi gemaakt en bij de Staten-Generaal ingediend voor een 'Spaensche Compagnie binnen Flissingen'; hetgeen een op aandelenkapitaal gebaseer de kaapvaartonderneming zou worden.24 In de jaren na 1625 vielen jaarlijks en kele tientallen West-Indische prijzen in Zeeuwse handen. De opbrengst van de Zeeuwse buitgelden liepen snel op. Waren die in 1625-1626 nog 1.393.740,- in 1629-1630 waren deze al uitgegroeid tot 4.319.022,- en telde de Vlissingse ka- pervloot al zestig schepen. Volgens Ivo van Loo was het vermoedelijk de Vlissingse burgemeester en kaapvaartreder Jan de Moor zelf die een lofdicht schreef op de kaapvaart waarin enkele treffende regels over de Spanjaarden en Portugezen voor komen: Wel doet Maraen 25 sijn best, wat deert ons Zeeuwen dan, T' ontnemen hem sijn goet, en schepen als- men can. Ick meen de Specken 26 nu noch dagelicx betreuren, Het gheen de Vlissingers, haer Iarelicx ont- veuren. En Portugael, dat slaet sijn hoofd ter neer, en weent; Hoe menich Coopman sit, bedruct in huys, en steent 27 Jan de Moor zou zelf niet varen, maar was als burgemeester, koopman en reder actief in het bestrijden van de Spanjaarden,28 en rond 1630 stelde hij een aanvalsplan op dat de gehele Spaanse maritieme macht moest breken,29 maar uiteindelijk geen doorgang vond. In die tijd opereerden de Zeeuwse ka pers al tot voorbij de Azoren.30 Na de Vrede van Munster in 1648, die nooit door Zeeland werd geratificeerd, gingen de vijandigheden tussen Zeeland en de Portugezen nog geruime tijd door. De laat ste oorlog tussen Spanje en de Republiek Januari 2016 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2016 | | pagina 9