afgeblazen. Vanaf de onderzeeboot werd met geweren op de boei gevuurd echter zonder resultaat. Het mangatdeksel werd afgenomen, de boei verzwaard met de an kersteen van z'n kleine broertje en aan de opstand werd een sleeptros vastgemaakt. De onderzeeër begon te trekken waardoor de boei horizontaal kwam te liggen, volliep en zonk, karwei geklaard! Naar de Engelsen Ltz. Bijl de Vroe was intussen op weg naar de dichtstbijzijnde Engelse jager. Dat bleek HMS Afridi te zijn, de commandant daarvan verwees hem naar vier verderop varende jagers, een daarvan was HMS Medea. In het kielzog van de Medea werd het comman doschip Prince Eugene bereikt waar Bijl de Vroe hoffelijk aan boord werd ontvangen. Het onderhoud met de Engelse comman dant duurde maar tien minuten. Hij ver klaarde dat met de gasboei een vergissing was gemaakt. De boei moest 4% mijl uit de kust gelegd worden en de schepen had den opdracht minstens vier mijl uit de kust te blijven. Hij betuigde spijt en bood ver ontschuldigingen aan, ook wilde hij de boei laten verwijderen. Op een vraag van Bijl de Vroe naar de be doeling van de activiteiten kon of wilde de commandant geen antwoord geven, hij zou de vraag overbrengen naar de Admiralty. Wel zei hij: "we don't intend hostilities against your country - Wij zijn niet van plan tegen uw land op te treden". Terug naar Vlissingen Op de terugweg werd de weg versperd door een gedeeltelijk gelegd net. Verderop was een groot aantal trawlers nog met dit net in de weer. Een der Engelse trawlers geleidde de G 7 door een opening waarbij geconsta teerd werd dat het net in oost-westrichting was gelegd. De trawlerkapitein gaf enkele koersaan- wijzingen en deelde mee dat het net voor zien was van mijnen tegen onderzeeboten. Langs het net patrouilleerden Engelse ja gers en bewapende trawlers. Op afstand werd ook nog een zeegevecht waargeno men tussen Engelse en Duitse schepen. Uiteindelijk werd bij het Zuiderhoofd bij Westkapelle de Gelderland bereikt en aan het einde van de middag Vlissingen. Waarnemingen Er werd die dag nog meer activiteit waarge nomen. De commandant van de G 8 die in de Deurloo bij de territoriale grens op post lag, meldde om zes uur 's middags op een kilometer afstand een periscoop waar te nemen. Een duikboot kwam boven water maar dook direct weer, trok periscoop in en verdween. Vanaf de Gelderland werd een Engelse jager gezien die vermoedelijk de boeien contro leerde en op de Rassen aan de grond liep. Met manoeuvreren en achteruitslaan wist de Engelsman los te komen. Ook werden op af stand ontploffingen gehoord en werd waar genomen dat een trawler zonk. Vermoedelijk betrof dat de nettenlegger Clover Bank, die door een verkeerde manoeuvre op een eigen mijn liep en zonk. Daarbij kwamen alle achttien opvarenden om het leven. Een onrustige dag Het was de hele dag onrustig langs de Belgische kust. Het eerder genoemde ge vecht tussen Duitse en Engelse schepen vond in de middag plaats. Drie Duitse tor pedojagers raakten in gevecht met HMS Medea, Melpomene, Milne en Murray. De Engelse schepen naderden echter te dicht de Belgische kust en kwamen onder vuur van de Duitse kustbatterijen te liggen. Ze werden alle vier getroffen, de Melpomene kreeg een treffen in de machinekamer en moest stoppen. Zij werd door de Medea en Milne op sleeptouw genomen waarop de Duitse jagers hun kans roken. De Medea en Milne kapten de sleeptros en gingen over tot actie waarop de Duitse schepen afdropen. De diplomatie Het incident werd daarna een zaak voor de diplomatie. Opperbevelhebber Snijders 16 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2016 | | pagina 18