Het Pantserdekschip HMS
Gelderland, ca. 1920.
(Prentbriefkaartencollectie
Gemeentearchief
Vlissingen)
meldde de toedracht aan Jhr. Loudon,
minister van Buitenlandse Zaken. Omdat
Nederlands grondgebied was geschonden,
wilde hij dat bij de Britse regering werd
geprotesteerd. Aan de uitlatingen van de
commandant van de Prince Eugene hechtte
Snijders niet veel waarde, hij wilde van de
Britse regering een verklaring over de acti
viteiten in onze wateren.
De kwestie kwam op het bord van Jhr. De
Marees van Swinderen, onze ambassadeur
in London, die de zaak opnam met het
Foreign Office.
Dat antwoordde dat sinds oktober 1915 de
havens van Oostende en Zeebrugge door
de Duitsers werden gebruikt voor schuil
plaats en bevoorrading van duikboten, die
mijnen legden in scheepvaartroutes voor
koopvaardijschepen van alle maritieme
landen. Onderzoek had aangetoond dat in
de laatste zes maanden 57 schepen gezon
ken of ernstig beschadigd waren, waarvan
22 neutrale waaronder negen Nederlandse.
Om de activiteiten van deze duikboten te
verhinderen was op 24 april een versper
ring geplaatst in een gebied dat door de
Britse Admiraliteit als gevaarlijk werd aan
gemerkt.
Door de onmogelijkheid om bij deze opera
tie exact te navigeren en door een sterkere
stroming dan verwacht, was abusievelijk
een boei in Nederlands water gelegd. Het
Foreign Office betreurde de vergissing en
verzekerde dat het de bedoeling was ge-
weest Nederlands gebied strikt te eerbie
digen...! Verdere gevolgen had dit incident
niet.
Nog een neutraliteitsschending
Een ander incident waarbij onze marine
moest optreden was op 7 augustus 1917.
Toen lag een groot aantal vissersscheep
jes in de monding van de Westerschelde te
vissen. Aan boord van de vissloep VLI 59
waren de in Vlissingen wonende Belgische
loodsen Goormachtig en Meseure. Om
streeks elf uur zagen zij uit de richting Zee-
brugge drie vliegtuigen overkomen die over
hen heen vlogen en daarna verdwenen.
Na ongeveer en uur kwamen zij terug, één
landde en kwam langszij van de VLI 59.
Een der inzittenden stapte aan boord en
deelde mee opdracht te hebben de VLI 59
over te brengen naar Zeebrugge. Op een
vraag van Meseure waarom werd geant
woord 'voor onderzoek'. Meseure: 'dat kan
toch hier ook, het is maar een open bootje'.
De Duitser antwoordde dat dat niet kon.
Het gelande toestel vertrok daarop en de
VLI 59 moest koers zetten naar Zeebrugge.
De beide loodsen letten daarbij goed op de
positie van het schip. Na een uur naderde
opnieuw een vliegtuig dat een landing in
zette maar door een verkeerde manoeuvre
met z'n kop in de golven dook. De Duitser
aan boord van de VLI 59 werd lijkbleek en
wilde zijn kameraad te hulp schieten. De
April 2016
17