de Donau op Nederlands gebied. Ook de
Duitse torpedoboot zat in Nederlands vaar
water.
De mening van Snijders
In een brief aan Minister Loudon uitte Snij
ders twijfel over de eerste aanhouding van
de VLI 59. Hij achtte het niet onmogelijk
dat die buiten Nederlands gebied was ge
beurd. Door de vloed is de vissloep later
in Nederlands water en bij de Donau te
recht gekomen. Dat is onomstotelijk vast
gesteld aan boord van de Donau. Snijders
had de indruk dat de Duitsers niet goed
op de hoogte waren van het verloop van
de kustlijn. Hij was verder van mening dat
Maukisch geïnterneerd moest blijven en dat
van Duitsland wegens een begane overtre
ding excuus moest worden geëist.
De visie van Berlijn
Op 27 augustus 1917 werd in een rapport
van vier kantjes het Nederlandse en Duitse
standpunt belicht waarbij vanzelfsprekend
het Duitse gelijk kreeg. Hun peilingen had
den vastgesteld dat zowel de eerste als de
tweede aanhouding buiten Nederlands ge
bied had plaatsgevonden. Het optreden van
de Donau werd beschouwd als een zware
inbreuk op de rechten van een oorlogvoe
rende partij, de aanhouding van een prijs-
schip in dit geval de VLI 59 en internering
van de piloot in internationale wateren was
een overtreding van het Volkerenrecht.
Het argument, dat een prijsschip van een
neutraal land dat in zijn eigen territorium
terugkeert, weer aan de rechtmatige ei
genaar toevalt werd door Berlijn van de
hand gewezen evenals de internering van
Maukisch. Volgens Berlijn was het me
ningsverschil ontstaan door verschillende
berekeningen van de territoriale grens.
Om uit de impasse te komen werd voor
gesteld de oorspronkelijke toestand te her
stellen, prijsschip VLI 59 niet terug te geven
aan de Duitsers en Maukisch direct vrij te
laten.
Brief van minister Loudon
De zaak sleepte zich voort. In januari 1918
schreef Loudon aan baron Gevers, onze
ambassadeur in Berlijn, dat de Nederlandse
regering in de kwestie Maukisch/VLI 59
zich bleef baseren op het officiële stand
punt van 14 augustus 1917. Over prijsof-
ficier Maukisch was discussie gevoerd. Was
hij door overmacht, de gesteldheid der zee,
in Nederlands gebied terecht gekomen?
Volgens de regering was dat niet het geval,
Maukisch had daar rekening mee moeten
houden. De regering was bereid het ver
schilpunt voor te leggen aan een internatio
nale commissie.
Slot
Of en hoe het uiteindelijk is opgelost is niet
bekend, documenten daarover ontbreken.
Aangenomen kan worden dat de kwestie
door militaire ontwikkelingen en woelin
gen in Duitsland op de achtergrond is ge
raakt. Uit het voorgaande blijkt wel dat de
in Vlissingen gestationeerde marine een
belangrijke rol heeft gespeeld bij de hand
having van de Nederlandse neutraliteit in
deze regio.
JÜLES BRAAT, geboren in Vlissingen.
Was werkzaam bij NS te Utrecht. Geïn
teresseerd in geschiedenis, volgde in
vrije tijd opleiding Geschiedenis MO.
Publiceert regelmatig in Den Spiegel
en De Wete van de Heemkundige Kring
Walcheren.
Bronnen
Nationaal Archief:
Toegang 2.12.18 inv. 196 B, 196 C
2.12.03 inv. 1538, 1543, 1694, 1906
2.05.44 inv. 850
2.05.03 inv. 828
Krantenbank Zeeland en Krantencollectie
Kon. Bibliotheek: diverse dagbladen uit 1916 1917
Literatuur:
Sir Reginald Bacon - Dover Patrol 1915 - 1917
April 2016
19