Aan de redactie van Den Spiegel
Onlangs kwam mij door toedoen van mijn
schoonzuster uw tijdschrift Den Spiegel,
jaargang 33 nr. 3 (juli 2015) onder ogen.
Als oud Vlissinger (voor 1960) las ik de
erin opgenomen artikelen met veel belang
stelling, genoegen en herkenning.
Het artikel over de schilder Frans Naere-
bout geeft mij aanleiding nog het volgende,
niet vermelde en wellicht onbekende, feit
onder uw aandacht te brengen.
In oktober 1944 werden op vier plaatsen
de zeedijken op Walcheren door de ge
allieerden gebombardeerd, met het ge
volg dat Walcheren onder water kwam te
staan. De geallieerden meenden dat dit
nodig was om Walcheren, dat als onder
deel van de Atlantikwal de kern van de
Duitse Scheldeverdediging vormde, van
Duitse troepen te zuiveren en zodoende
de toegang tot de al bevrijde haven van
Antwerpen vrij te maken.
Op 8 november 1944 was Walcheren uit
eindelijk door de geallieerden bevrijd, maar
ook overgeleverd aan het door de dijkgaten
in Westkapelle, Vlissingen, Rammekens en
Veere in- en uitstromende zeewater.
De eerste voorbereidingen om de dijken te
herstellen werden al in november 1944 ge
troffen en in februari 1945 werd een voor
zichtig begin gemaakt met het herstel. Pas
na de bevrijding van de rest van Nederland
konden de herstelwerkzaamheden goed op
gang komen.
Bij het herstel van de Nolledijk in Vlissingen
was mijn vader, G.P Sturm, betrokken als
opzichter (zie de roman Het Verjaagde
Water van A. den Doolaard, bezorgd
door K. d'Angremond en G.J. Schiereck.
Uitgave Delft University Press. ISBN 90
407-2224-2).
In de loop van 1945 benaderde de kunst
schilder G.J.F. Naerebout mijn vader en
vroeg toestemming om op het werk bij de
Nolledijk te mogen schilderen. Die toe
stemming kreeg hij onder voorwaarde dat
hij 'niet in de weg zou lopen'. Ook ver
leende mijn vader er medewerking aan dat
de schilder onderdak kreeg in een van de
keten waarin de dijkwerkers ondergebracht
waren. Dat was geen riant logies, er werd
geslapen op strozakken en het schijnt dat
Naerebout daar (on)behoorlijk veel last van
vlooien heeft gehad.
Van het werk aan de Nolledijk maakte hij
ter plaatse diverse schilderijen en aan dit
deel van zijn oeuvre wordt in het artikel in
uw blad geen aandacht besteed. Eén van
die schilderijen kocht mijn vader voor on
geveer een maandsalaris. Dit schilderij,
hieronder afgebeeld, heeft in mijn ouderlijk
huis altijd in de woonkamer aan de wand
gehangen.
Na het overlijden van mijn ouders is het
schilderij in 2000 in ons bezit gekomen.
Omdat het in de loop der jaren onder an
dere door rookaanslag nogal vuil was ge
worden en door een wat te krap spieraam
enkele bobbels vertoonde hebben we het
bij een gerenommeerde kunsthandel laten
restaureren. Op advies van de restaurateur
heb ik zelf de eikenhouten lijst van de witte
verf ontdaan
Bijzonder aan het schilderij is dat het doek
op een paar plaatsen aanvoelt als schuur
papier Dit is veroorzaakt doordat tijdens
het schilderen op het werk(locatie) zand in
de verf is gewaaid.
Het schilderij is in de rechter onderhoek ge
signeerd en heeft de afmetingen ca. 0,7 m
x 0,5 m.
April 2016
27