Verbannen naar Robbeneiland JOHAN FRANCKE De uit Vlissingen afkomstige jongen Aldert Gijbeis was als verstekeling aan boord van het VOC-schip Berg Sina verborgen. Toen hij eenmaal op zee werd ontdekt was er geen weg terug meer. Omdat er aan boord altijd wel klusjes te klaren waren werd Gijbels als konstabelsjongen aangesteld. Hij werd dus het hulpje van de man die verantwoordelijk was voor het functioneren van het geschut aan boord. Of hij zijn werk goed heeft opgepakt is niet bekend, maar in de bak waarin hij werkte (een werkeenheid van circa acht tot twaalf mensen) boterde het kennelijk niet. Rond zes uur 's morgens op 26 december 1690 weigerde hij op bevel van konstabelsmaat Pieter Pieterse om een 'rode vis' schoon te maken. Pieterse berispte hem omdat hij zijn meerdere was en meende 'oock selfs een vuijstslagh te geven'. Een normale disci plinaire maatregel in die tijd, voor wie een bevel van een hogere niet gehoorzaamde. Gijbels was nog steeds niet van plan te ge hoorzamen en Pieterse toog naar de kon stabelskamer om daar een stuk touw te ha len om Gijbels te 'kastijden.' Deze bedacht zich geen moment, trok een puntmes en stootte in het gezicht van Pieterse terwijl hij uitriep: 'Gij hebt het al weg, gij hebt het al weg!' Dit ging met zulke kracht dat het mes van boven door de muts van Pieterse naar beneden stak, dusdanig dat Pieterse een kwetsuur aan de wang opliep tot onder het kaakbeen. Voor de fijnproevers wordt nog vermeld dat het mes was gevoerd met vilt, en gevoldert met dubbel zeildoek en bekleed met penasse. Het zal duidelijk zijn dat Gijbels voor dit vergrijp streng werd gestraft. Zijn vonnis is dan ook opgetekend in de sententies van het Argief van die Raad van Justisie van die Kaapkolonie. Normaalgesproken werd rechtspraak aan boord van schepen Kaart van Robbeneiland, circa 1656 (Nationaal Archief Den Haag) 16 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2016 | | pagina 18