Het Huis Bartolotti, één van de beroemdste en grootste grachtenhuizen van Amsterdam. Zowel rechts als links zijn de knikken in het huis te zien. (foto: Jaco Simons) aan de Herengracht, dat rond 1618 in op dracht van mijn grootvader op een dubbel perceel was gebouwd. Later werd onze wo ning het 'Huis Bartolotti' genoemd. Naast dit pand in het drukke Amsterdam bezat mijn vader een buitenplaats bij Soest. Het landgoed heette toepasselijk Heuvel en Dael. Mijn vader overleed toen ik 16 jaar oud was. Ik werd, nadat ik meerderjarig was verklaard, voor een deel eigenaar van zijn buitenplaats. In 1660 trouwde ik in mijn geboorteplaats Amsterdam met de Zeeuw mr. Johan Thi- baut. Daarmee volgde ik de Thibautlijn van mijn oma. Johan was mijn achterneef. Mijn grootmoeder en zijn grootvader waren namel ijk broer en zus. Ons huwelijksfeest vond plaats in ons prachtige huis aan de Amsterdamse Herengracht. Johan Thibaut was heer van de ambachts heerlijkheid Aagtekerke, net als zijn vader Hendrick, en griffier bij de Rekenkamer van Zeeland. Hij nam mij mee naar het Zeeuwse eiland Walcheren waar wij gingen wonen in Middelburg. Samen kregen we drie kinderen. Mijn zus Constantia trouwde in 1665 met Johans broer Christiaan Thibaut. Constan- tia was toen zowel mijn zus als schoonzus. Eén van mijn andere zussen was Jacoba, een losbandig type met een slechte reputa tie. Na vele onstuimige affaires, waarbij zij een hele rits mannen had versleten, trouw de zij met de Amsterdamse burgemeester en diplomaat Coenraad van Beuningen. Hij werd letterlijk waanzinnig van haar. Uit wanhoop tekende hij met zijn eigen bloed allerlei tekens op de voorzijde van zijn huis aan de Amstel 216 in Amsterdam. De sym bolen heeft men er naar het schijnt nooit meer af kunnen krijgen. Het pand kreeg de naam 'Het huis met de bloedvlekken'. Na mijn mans dood hertrouwde ik het jaar daarop, in 1672, met de vijftien jaar ou dere Jasper Ingels. Net als voor mij, was het voor mijn man zijn tweede echtelijke verbintenis. Ik bleef weliswaar in Middel burg wonen, maar verhuisde naar het Abdijcomplex. Daar schonk ik Jasper één kind. Vooral gedurende de zomer vertoefden wij op Swanenburg, waar ook mijn schoon moeder Maria vaak te vinden was. Maria Juli 2016 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2016 | | pagina 23