en heeft misschien ook nadere informatie.
Voor verdere details heeft hij enige tijd later
in Bristol overleg met majoor Kennedy en
majoor Wright.
Als eind februari 1949 nog niets van Leeser
is vernomen wordt het comité ongerust.
Uit een brief van mevrouw Leeser blijkt dat
haar man ziek is geworden. Zij schrijft:
'De specialist constateerde algehele over
spanning door overwerking en als gevolg
van de oorlog. Hij mag helemaal niets meer
doen en vertrok begin januari op een reis
naar de Middellandse Zee.'
Zes weken later is Leeser weer terug in
Ommen. Hij heeft een aantal voorlopige
schetsen gemaakt en daarbij ook een klei-
model. Echter, de ruime afmetingen van
de landingsplaats ten opzichte van het te
plaatsen beeld vindt hij een probleem.
Het liefst ziet hij een monument met twee
commando's. Hiervoor zouden de kosten
26.000,- zijn.
Een andere mogelijkheid is kiezen voor een
kleiner terreinoppervlakte met één com
mando. Het benodigde bedrag zou dan op
ca 10.000,- komen.
De commissie is van mening dat voor de
laatste optie gekozen moet worden gezien
de financiële consequenties.
Beide mogelijkheden worden begin 1950
ook voorgelegd aan majoor Kennedy. Deze
schrijft na overleg met kolonel Dawson en
mr. David Style van Hadleigh:
'Almost all the Officers prefer to see the sol
dier-monument at the bottom of the small
harbour, where the Commando landed.'
Als Leeser halverwege 1950 aan het beeld
wil beginnen heeft hij nog steeds geen voor
beelden van persoonlijke uitrustingsstuk
ken van een commando. Hij schrijft: 'Nu
het erop aankomt laat vriend Kennedy mij
in de steek met zijn beloofde commando
uitrusting.'
Begin 1951 is er opnieuw vertraging. Lee-
ser moet drie maanden het bed houden met
geelzucht. Er is nog meer slecht nieuws.
Volgens de vormgieter, Binder, is de prijs
van het brons gestegen van 4,00 naar
4,40 per kg.
Gelukkig kan de verhoging van de kosten
post worden opgevangen door de Konink
lijke Maatschappij De Schelde. Uit navraag
blijkt dat op de werf nog 450 kg machi
nebrons en 50 kg roodkoper voorradig is
waarvoor 1.100,- betaald moet worden.
Op 28 augustus 1951 is Leeser voldoende
hersteld om aan de opdracht te beginnen.
De toegezegde uitrustingsstukken zijn ech
ter nog steeds niet gearriveerd. Een poging
bij de Britse militaire attaché in Den Haag
kleding en uitrustingsstukken te verkrijgen
levert ook niets op.
Uiteindelijk lukt het hem wel bij de Britse
legerautoriteiten, zodat hij eind september
een gipsmodel kan toezenden. Op 6 en
7 november 1951 wordt het model in Londen
in aanwezigheid van Leeser beoordeeld.
Dit gebeurt door de majoors Kennedy en
Wright met nog drie officieren. Unaniem
wordt het model met grote waardering
goedgekeurd.
'The best possible expression of the spirit
of the commando's and the spirit of the
Flushing action.'
Gipsmodel van het landingsmonument van het
4e commando, 1951.
(Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen; foto Dert)
Burgemeester Kolff zou ook bij de beoorde
ling aanwezig zijn maar moet door droevige
persoonlijke omstandigheden afzeggen.
Daar Kolff niet aanwezig is wordt de or
ganisatie betreffende de onthulling nu met
Leeser besproken.
14
Den Spiegel