heeft één van zijn superieuren in Vlissingen,
majoor De Perez, gehoord van de diefstal.
Het schip wordt nu in Bergen op Zoom opge
wacht en de wijn in beslag genomen.
De Krijgsraad zit toch met een probleem
omdat ze van Tackoen geen volledige be
kentenis krijgen, maar uiteindelijk wordt
hij door het Hoog Militair Gerechtshof in
Utrecht veroordeeld tot 'infamie', verlies
van zijn eer, ofwel zijn commissie en com
petentie om nog langer als militair te die
nen. Tackoen trekt zich daarna terug op
zijn landgoed waar hij twee jaar later sterft,
nog geen vierendertig jaar oud.
Het buskruit van Montebello
Eén van de meest tot de verbeelding spre
kende zaken is echter een complot dat
commandant Eechout zelf weet te verijde
len. Eind mei 1814 krijgt hij de voorma
lige douanebeambten Deltour en Gobrecht
op bezoek. Zij waarschuwen hem voor
een voorgenomen diefstal van maar liefst
2000 pond buskruit uit de magazijnen van
het Fort Montebello aan de Nolle. Eechout
neemt de zaak serieus en stelt de voor
noemde heren aan om te achterhalen wie
de samenzweerders en de mogelijke koper
van het buskruit zijn. Zij op hun beurt, om
dat zij vermoeden dat zij wel eens gewan
trouwd kunnen worden, schakelen zelf de
personen in die hen op de hoogte brachten,
een voormalige douanier genaamd Bruno
Zaman en de horlogemaker Willem Jaco
bus Bolderman uit de Vlissingse Kerkstraat.
Zodoende ontstaat er een klein netwerk van
personen die allemaal direct of zijdelings in
dienst staan van commandant Eechout.
Het complot krijgt na enkele weken zo'n
duidelijke vorm dat, wanneer Eechout te
horen krijgt dat het plan inderdaad zal wor
den uitgevoerd, hij er zelf op uit gaat. In de
avond van 6 juni vertrekt hij met een paar
officieren en een detachement soldaten
naar Abeele om daar te wachten op verder
nieuws van zijn informanten. Het gestolen
buskruit zal namelijk verborgen worden
achter het bos van de buitenplaats van vi-
ce-admiraal Verdoorn, het hof Doornlust in
Plattegrond van Fort Montebello, circa 1813;
met rechtsonder Vlissingen en rechtsboven het
linker kroonwerk. (Historisch Topografische Atlas
Gemeentearchief Vlissingen)
Rammekens ligt onder meer een aanzienlijke
hoeveelheid wijn op fusten. Er wordt onmid
dellijk een fust aangeslagen en aan de man
schappen uitgeschonken. Het argument; de
reguliere rantsoenen waren nog niet ontvan
gen. De commandant drinkt vrolijk mee.
Had hij het daarbij gelaten, was hij er met
een lichte straf vanaf gekomen. Maar in
plaats daarvan stuurt hij zijn kwartierma
ker Jan Meijer naar Middelburg om daar
bij een kuiper vierentwintig ankers te ko
pen.12 Teruggekomen laat Tackoen enkele
fusten leeglopen in die wijnvaten, tezamen
goed voor ruim achthonderd liter rode wijn.
Daarna worden de vaten overgebracht naar
een Middelburgse kelder. Een maand la
ter worden de vaten, nu verborgen in pe
perkoekbakken en andere kisten, geladen
in een beurtschip, varend van Middelburg
naar Bergen op Zoom. Tackoen geeft een
valse pas aan Meijer en korporaal Joseph
Carré zodat ze mee kunnen reizen onder het
voorwendsel dienstzaken af te handelen in
Breda. Meijer heeft opdracht de buit bij aan
komst veilig op te slaan en daarna verder te
vervoeren naar Tackoens buitenverblijf in
Moerstraten bij Steenbergen. In de tussentijd
9
IOHT .MOSThimW.O.
Januari 2017