raai Dominique Lupi zijn weliswaar ook di
rect opgesloten, zij het als militairen in het
Provoosthuis in Middelburg, maar moeten
langer wachten. De militaire rechterlijke
macht heeft duidelijk andere prioriteiten,
afgezien van het feit dat deze officieren in
actieve dienst een grote werkdruk kennen
om Zeeland weer veilig te krijgen, krijgen zij
als Krijgsraad voornamelijk stapels dossiers
van deserteurs voor zich. In het voorjaar
van 1815 komt de zaak eindelijk voor. De
Krijgsraad oordeelt niet minder mild dan het
burgerlijk hof. Inmiddels is het 3de Bataljon
Jagers opgeheven, maar niet voordat een
goed deel van dit bataljon voor de Krijgsraad
is verschenen voor de andere zaken.
Ook voor Goudard en Lupi loopt het ho
ger beroep slecht af. Niet alleen zal het
Hoog Militair Gerechtshof in Utrecht het
vonnis van de Krijgsraad bevestigen, daar
bovenop ook nog eens bepalen dat zij ver
vallen worden verklaard van hun militaire
betrekking. Zij worden uiteindelijk net als
Paternoster en Poinaut als burgers opge
sloten in het Tuchthuis van Middelburg;
Goudard voor zes en Lupi voor vier jaar.13
De tijd die zij daar doorbrachten was, zoals
het vonnis stelde: om met hun handen de
kost te verdienen. De negentiende-eeuwse
gevangenissen verschillen daarin niet veel
van de voorgaande, het blijven een soort
goedkope staatsfabrieken voor massapro
ductie van allerhande producten.14
Vrijwel alle betrokkenen in de drie ge
noemde zaken verdwijnen uit de bronnen,
zij zijn vermoedelijk allemaal weer vertrok
ken. Alleen de herbergier Poinaut blijft in
Zeeland. Een erg goede keuze blijkt het
ook weer niet. Na zijn vrijlating vraagt zijn
vrouw direct de echtscheiding aan, die haar
binnen drie weken door de rechtbank wordt
vergund, met een alimentatie. Uitzonderlijk
snel, maar het heeft alles te maken met
Poinauts veroordeling die hem tot een eer
loos burger zonder rechten heeft gemaakt.
Wel vraagt hij drie jaar later gratie aan de
Koning, die hem verleend wordt. Poinaut
slijt zijn laatste jaren gerehabiliteerd maar
berooid als kleermaker in Middelburg, hij
wordt slechts vierenvijftig jaar oud.
Ook kolonel Eechout blijft niet lang in Zee
land. Hoewel daadkrachtig is hij slechts
kort commandant van de vesting Vlissin-
gen. Gezien zijn capaciteiten is het niet ver
wonderlijk dat hij als vroege zestiger een
eervolle post krijgt in Noord-Holland. Helaas
speelt zijn gezondheid hem parten. In decem
ber 1823 krijgt hij een hevige 'krampkoliek'
en sterft binnen vier dagen, hij laat een we
duwe en een dertienjarig zoontje achter.
Het leven in Vlissingen, Walcheren, Zeeland
en de rest van de Nederlanden normaliseert
langzaam maar zeker. Al vrij snel na de
bevrijding van 1813-1814 verlaten in het
kielzog van de militairen veel vreemdelin
gen het land weer. Het laat onverlet dat de
Franse Tijd, een van die historische tijdvak
ken is waardoor het Nederlandse bloed zeer
vermengd is geraakt met dat van Fransen,
Engelsen, Spanjaarden, Italianen, Duitsers,
enzovoorts.
Maar maakt u zich geen zorgen, het waren
heus niet allemaal criminelen, belust op wijn
of de opbrengst van een vaatje buskruit.
Over de auteur: Jeroen-Martijn H. van
Haart is professioneel onderzoeker en pu
blicist op het gebied van de historische
genealogie en prosopografie, met speci
ale interesse voor Zeeland en de Zeeuwse
elite van het ancien régime.
Langzaam maar zeker
Bronnen Literatuur
Zeeuws Archief te Middelburg:
- Rechterlijke Archieven Zeeland, 1796/1811-1838
(toegangsnummer 12); diverse inventarisnummers
betreffende de burgerlijke strafrechtelijke procedu
res voor het Hof van Assisen en de civiele procedu
res voor de Rechtbank van Eerste Aanleg
- Strafinrichtingen Zeeland, 1809-1973 (toegangs
nummer 254); diverse inventarisnummers betref
fende het College van Regenten en de registers van
het Huis van Detentie te Middelburg
- Krijgsraad in Zeeland en Auditeur-Militair in Zeeland,
1814-1871, 1814-1842 (toegangsnummer 717); di
verse inventarisnummers betreffende militaire straf
rechtelijke procedures
Januari 2017
11