en Suriname werd opnieuw een regiment mariniers gevormd om deze te kunnen neerslaan. In de negentiende eeuw zette de Nederlandse regering de mariniers in bij diverse binnenlandse conflicten in Neder- lands-Indië en vanaf 1929 werd de Neder landse marine verantwoordelijk voor de verdediging van het Caraïbische gebied. Het Korps Mariniers voert niet voor niets als wapenleus 'Zo wijd de Wereld Strekt'. De negentiende eeuw Na de Franse Tijd (1795-1813) kreeg Vlis- singen opnieuw mariniers te huisvesten. De aanleiding om een detachement in de zomer van 1815 naar de Scheldestad te sturen was echter minder heugelijk. De Vlissingse marinecommandant had ver zocht om het plaatselijke garnizoen te ver sterken met oog op de 'oproerige stem ming onder de bevolking'. In 1844 telde het Korps Mariniers vijftig officieren en 1.506 onderofficieren en manschappen, verdeeld over twee divisies en een depot compagnie. Hiervan lag de le divisie en het depot in Vlissingen en was de 2e divi sie in Willemsoord te Den Helder gestatio neerd. Twaalf jaar later telden de mariniers zeven compagnieën, waarvan de 5e en 7e in Vlissingen waren gelegerd. In 1869 ein digde echter hun dienst in de Scheldestad. De twee compagnieën werden per boot naar Rotterdam getransporteerd. Het ge meentebestuur had gevraagd om het gar nizoen in de snelgroeiende havenstad aan de Maas uit te breiden met meer troepen. De geschiedenis van het Korps Mariniers is sindsdien nauw verbonden met die van Rot terdam. De hardnekkige verdediging van de Maasbruggen door de mariniers tegen de Duitse overvallers in de meidagen van 1940 leverde hen de bijnaam Schwarze Teufel ('Zwarte Duivels') op.5 Toen enke le jaren terug het Ministerie van Defensie het idee opperde om de Rotterdamse Van Ghentkazerne op te heffen en de aldaar ge legeerde mariniers ook naar de Vlissingse Michiel Adriaanszoon de Ruyterkazerne te verplaatsen, tekende het Rotterdamse ge meentebestuur met succes bezwaar aan. De Tweede Wereldoorlog In de Tweede Wereldoorlog waren er ook Nederlandse mariniers op Walcheren ac tief. Na de mobilisatie in augustus 1939 vormde de gepensioneerde overste der mariniers baron Van Hemert tot Dingshof in Vlissingen het le bataljon Marinetroepen. De (onder)officieren van deze eenheid waren voornamelijk mariniers, maar de soldaten bestonden uit een allegaartje dienstplichtig marinepersoneel, waaronder hofmeesters, barbiers, ziekenverplegers en stokers. In de meidagen van 1940 verde digde het le bataljon Marinetroepen onder andere het vliegveld Souburg. Na ruim vier zware jaren van Duitse bezetting bevrijdden de Engelsen en Canadezen eind 1944 het grootste deel van Zeeland. Het gevaar van een Duitse tegenaanval bleef bestaan waar door half november de Prinses Irenebrigade naar Walcheren werd gestuurd. Onderdeel van deze grootste Nederlandse eenheid in de geallieerde bevrijdingslegers was de 2e gevechtsgroep bestaande uit een hon derdtal mariniers onder bevel van kapitein H.P. Arends. De mariniers moesten in eer ste instantie de Sloedam en de Walcherse kust tussen Vrouwenpolder en Domburg verdedigen, maar op 7 februari werd de 2e gevechtsgroep in Vlissingen gestati oneerd. Het Korps Mariniers was ook op andere strijdtonelen actief. Tijdens de oor log werd in de VS een mariniersbrigade- De vereniging van oud-mariniers viert haar 25-jarig bestaan in Vlissingen met een parade langs het standbeeld van Michiel de Ruyter, 1994. Foto Henk Rodenhuis (Fotocollectie Gemeentarchief Vlissingen) Den Spiegel 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2017 | | pagina 22