heid door de vrijheid wordt bereikt, blijft
het uitzonderlijk rustig onder de Walcherse
bevolking en vooral ook bij de Fransen die
over de grote lijn de mening j'y suis, j'y
reste! zijn toegedaan, hier ben ik, hier blijf
ik. Daar is ook alle reden toe. Walcheren
beschikt over een troepenmacht van ruim
zevenduizend Franse militairen. De impo
sante vesting Vlissingen geeft alle moed
dat het niet zomaar afgelopen zal zijn. Een
ooggetuige schrijft hierover zeer treffend:
'Git krijgskundig oogpunt is het niet te ont
kennen dat Vlissingen een bewonderens
waardige proef oplevert van mensenkunst
en vermogen de keten van batterijen
aan de zeekant, de batterijen zelfs op de
militaire gebouwen, leveren een ontzag
wekkend aanzien en beschouwt men hier
mee in verband de tegenover Vlissingen
gelegen versterkingen, aan de overzijde
van de Honte in Cadzand, dan is Vlissingen
ogenschijnlijk, zowel aan de water- als aan
de landzijde, een onneembare vesting.'5
Oud-Vlissingen voordat het door toedoen van de
Fransen van het toneel verdween. Met linksonder de
omwalling van de stad Vlissingen en de Middelburgse
poort, circa 1800; ingekleurde tekening. (Historisch
Topografische Atlas Gemeentearchief Vlissingen)
Napoleon Bonaparte heeft daar persoonlijk
zorg voor gedragen, waarvoor hij zelfs in
1807 de stad Vlissingen tot een Franse en
clave maakt binnen het Koninkrijk Holland
van zijn broer Lodewijk Napoleon. Ondanks
een korte Engelse bezetting in 1809, wor
den de bouwwerkzaamheden krachtig door
gezet en rond 1813 opgeleverd. Uiteindelijk
kost het de stad wel alles aan schoonheid
die zij voorheen kende. Alle buitenplaatsen
en speelhofjes met soms imposante tuinen,
de lommerrijke singels rondom de stad, al
les wordt afgebroken en afgegraven en ver
dwijnt in één kale vlakte van verdedigings
werken, een brede gracht en een kring van
forten en kroonwerken eromheen. Rondom
de stad tot aan Abeele staat geen boom
meer overeind. Zelfs de bomen die niet in
de weg staan worden om strategische re
denen gekapt en gebruikt als brandhout. Al
het werk wordt verzet door Spaanse krijgs
gevangenen en door lokale arbeiders onder
leiding van Franse ingenieurs. Eén van die
forten, het meest westelijk gelegen op de
plek die we ongeveer kunnen aanwijzen als
de parkeerplaats van het Nollebos, is het
Fort Montebello. Vandaar uit naar het oos
ten liggen de drie kroonwerken, waarvan de
vorm van het Linker-Kroonwerk nog terug te
vinden is in de wijk 't Fort, tot aan de forten
St. Hilaire en Lacoste, met als hekkensluiter
in het oosten het aloude Fort Rammekens.6
Een morrende, angstige bevolking
Deze verdedigingswerken hebben nog een
doel: het veilig opslaan van goederen om
het Vlissingse garnizoen te kunnen onder
houden. Dat garnizoen van ruim vijfduizend
militairen was overigens groter dan het
aantal inwoners. In 1813 begint Zeeland
en later vooral het eiland Walcheren zeer
geïsoleerd te raken. De welgestelde inwo
ners worden door het Franse gezag ge
dwongen meer te gaan betalen en ook de
boeren worden behoorlijk uitgeknepen.
Uit het weinige dat men buiten het eiland
over Walcheren hoort, weet men dat een
boer van elke vier koeien in zijn stal er twee
dient in te leveren. Die wijze van verdeling
geldt voor zeer veel producten die voortko-
Den Spiegel
4