Op stel en sprong wordt door het stadsbe stuur een burgerwacht geïnstalleerd die de orde moet bewaren. De vertrekkende Fransen, wier moraal en discipline tot een dieptepunt is geraakt, bewaken namelijk niet langer de magazijnen en slaan aan het plunderen. Dit alles gecombineerd met een lang getergde bevolking, die bovendien weet heeft van de grote voorraden in de forten en kroonwerken en zich daardoor behoorlijk misdeeld voelt, maakt het er niet beter op. Opmerkelijk genoeg wordt niet alleen ge wag gemaakt van de drank en levensmid delen, maar ook van het risico voor de ma gazijnen waar het buskruit ligt opgeslagen. Het is wat waard en in de vesting Vlissingen ruim voorradig.7 Nog tijdens de ontruiming van de stad wordt de situatie kritiek. In de nacht van 4 op 5 mei stelen soldaten en matrozen buskruit uit de magazijnen en verkopen dit tegen een lage prijs aan de inwoners, die het verbergen in hun wonin gen. De Franse commandant Charnotel roept de hulp in van het stadsbestuur en de burgerwacht om de magazijnen en verde digingswerken te bewaken. Duizenden ponden kruit blijken nu gestolen te zijn, maar het merendeel wordt teruggevonden bij huiszoekingen in diezelfde nacht. Alle bewakingsposten worden door de burger wacht bezet en de rondzwervende soldaten in verzekerde bewaring gesteld. De volgende dag zijn er toch opnieuw rellen en ruzies onder de vertrekkende soldaten. Wederom grijpt de burgerwacht in en weet de rust te herstellen. De volgende morgen, 6 mei, is het restant van het garnizoen in gescheept en kan het stadsbestuur van Vlissingen zich opgelucht op de toekomst gaan richten. Vlissingen officieel Nederlands Op 7 mei komt een bestuurlijke delegatie samen met generaal Sweerts de Landas en diens troepen aan in Vlissingen om de stad officieel in te nemen.8 In allerijl zijn de stad en het Gouvernementspaleis9 wat aan geveegd, erebogen opgericht, vlaggen uit en guirlandes opgehangen. Een erewacht is aangesteld om met vlaggen en wimpels de stoet te kunnen ontvangen. Op de trap pen van het paleis wordt afgekondigd dat Walcheren wederom deel uitmaakt 'der Vrije Vereenigde Nederlanden onder het op perbestuur van eenen Vorst uit den huize van Oranje, even als hoogst des zelfs door- lugtige Voorvaderen uit Nederlandsch bloed gesproten; een huis, waarvan den naam al leen alle welgestelde harten der Zeeuwen van erkentenis en eerbied doet ontgloeijen.' Aan hooggloeiende retoriek met veel blijd schap, vreugde en eerbewijzen ontbreekt het niet. 's Avonds zijn alle publieke gebou wen en particuliere huizen fraai verlicht en het feest duurt tot diep in de nacht. Maar hoe staat het inmiddels met de verde digingswerken en de nog altijd overvolle magazijnen? Rammekens is al op 5 mei ingenomen door de manschappen van Sweerts de Landas en hetzelfde gebeurt op 7 mei met de vesting Vlissingen. Dit 3de Bataljon Jagers was echter bepaald niet groot, tenminste niet in verhouding tot het voormalige Franse garnizoen. Slechts vier honderd man is beschikbaar om de vele wallen, forten, kroonwerken en batterijen te verdedigen en te waken over de voor raden en ruim zeshonderd stukken geschut die zijn achtergebleven. De inzet van de burgerwacht blijft noodzaak; pas een ruime week later arriveren nog driehonderd mili tairen om taken over te nemen. Inmiddels is de eerder genoemde kolonel Louis Eechout benoemd tot de nieuwe militaire commandant van de vesting Vlissingen. Toch is het nog altijd niet helemaal rustig. Al zijn de Franse militairen en matrozen ver trokken, er zijn nog altijd veel vreemdelin gen in de stad die voorheen met het leger of bestuur van doen hadden. Sommigen van hen (soms in nauwe samenwerking met lo kale inwoners) werken gestaag verder aan de ingezette roof en heling van goederen uit de militaire magazijnen; en niet alleen zij. Ook diverse soldaten van het net gearriveer de 3de Bataljon Jagers zien de rijk gevulde magazijnen en slaan aan het roven. Januari 2017 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2017 | | pagina 9