benutten zij alle mogelijke kansen tot groei. Het kan zijn dat de heren gewoon goed geïnformeerd waren, maar het heeft alle schijn van de gok nemen en volhouden, op de juiste plaats en het goede moment. Een ding is duidelijk: Zij hebben zich meer dan loffelijk van hun taak gekweten. Naschrift Dit artikel maakt deel uit van een groter onderzoek naar de ontwikkeling van de negentiende-eeuwse (banket)bakkerij in Zeeland en het bedrijf van de heren Ouwer- kerk in het bijzonder. Over de auteur: Jeroen-Martijn H. van Haart is professioneel onderzoeker en publicist op het gebied van de historische genealogie en prosopografiemet speciale interesse voor Zeeland en de Zeeuwse elite van het ancien régime. Den Spiegel Bronnen Gemeentearchief Vlissingen: Bevolkingsregister, Stadsbestuur en Notarieel archief; evenals het gedeponeerde archief van de Bakkerij Speckens. Diverse negentiende-eeuwse kranten, zoals: Leydse, Middelburgsche, ütrechtsche en Vlissingse Courant Privécollectie Familie Speckens, diverse bedrijfs- en familiepapieren. J.-M.A.T.F. H. van Haart, prosopografische onderzoeks database Middelburgse (Vlissingse) Middenstand (2005-heden) Noten 1. Koninklijk Besluit d.d. 25.01.1826 (Stbl.no.6), houdende Verordeningen op het Stuk der Broodzet ting 2. Antonius Ludovicus Ouwerkerk (Leiden 1815-1887 Steenbergen) 3. Overgrootvader Aernout Willemsz. Ouwerkerk (Leiden 1733-1805 Leiden) is al broodbakker in Leiden. Een tante, Geertruida Bogaerts-Ouwer- kerk (Leiden 1789-1856 Leiden), huwt in een bakkersfamilie, onder Ouwerkerks nagelaten receptenboeken bevindt zich één cahier geschreven door haar schoonvader. Gezien de gewoonte in bakkersfamilies om (klein)zonen en (achter)neven in dienst te nemen, is het aannemelijk dat de jonge Ouwerkerk ergens in een bedrijf van verwanten zijn eerste opleiding heeft genoten. 4. Na mei 1839 wordt hij niet meer in (Jtrecht genoemd. 5. In 1836 is hij te Leiden gehuwd met Cornelia Catharina Baaten (Leiden 1812-1881 Vlissingen) zij krijgen twee kinderen; de oudste een dochter, Maria Cornelia Helena Ouwerkerk (Utrecht 1837- 1910 Vlissingen), de jongste is zijn zoon en opvolger. 6. Zijn laatste twee voorgangers Dijkhoff 1833-1834) en Van Ewyk (1837-1838) zitten er beide nog geen jaar, de eerste gaat binnen een jaar failliet nadat hij het bedrijf heeft gemoderniseerd; over de tweede is qua sluiting niets bekend. Het pand aan de Breedestraat (wijk 4, no. 256) is het tweede van het Gangetje, vlak bij Hogewoerdsbrug. 7. Willem Hoogenstraaten neemt in 1835 het bakkersbedrijf van zijn patroon Kiewit aan de Leidse Botermarkt over. Hij ontwikkelt dit bedrijf gestaag tot een luxe banketbakkers- en koksbedrijf. In 1860 richt hij de firma 'W. Hoogenstraaten Zonen' op, die zou uitgroeien tot één van de eerste conservenfabrieken van Nederland. In 1877 verkoopt deze firma het banketbakkers- en koks- bedrijf aan Eugène Besnard, voormalig chefkok van de koning. 8. Uit notariële akten en taxaties blijkt dat zijn echtgenote in 1842 de afwikkeling van de boedel afhandelt. 9. Henricus Cornelis Vlek (Leiden 1811-1880), nam in het voorjaar 1835 het broodbakkersbedrijf van zijn vader aan de Leidse Beestenmarkt (grens of hoek Steenstraat) over. 10. Leonardus Theodorus Ouwerkerk (Utrecht 1839- 1909 Vlissingen) 11. Ook van hem is niet exact bekend waar hij zijn opleiding heeft genoten, maar het is aannemelijk dat hij niet alleen in Nederland heeft leren koken. 12. Na zijn terugkeer en vestiging huwt hij in juni 1864 met Cornelia van der Meel (Leiden 1833-1898 Vlissingen), het gezin zal negen kinderen tellen. 13. De term cuisinier is verouderd geraakt; gezien de activiteiten van voor- en toebereiding, uitlevering en zelfs het opdienen zouden we tegenwoordig spreken van een traiteur. 14. Uit nagelaten aantekeningen en boeken blijkt dat er direct gekookt wordt uit de nieuwste Franse standaardwerken op kookgebied, onder andere uit Dubois en Gouffé. 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2017 | | pagina 22