meer voor mijn vader en moest hij de wijk nemen naar een ander kostadres. Want on getrouwd onder één dak verkeren, nee dat kon echt niet in die tijd. In 1949 vond hun huwelijk plaats. Greet merkte weldra dat ze niet alleen getrouwd was met haar man, maar dat ze daarbij ingetrouwd was in een middenstandsgezin, dat weldra beroep zou doen op haar kwaliteiten van verkoopster. Wilde zij bij V&D nog geen cheffin worden, in de bak kerszaak van Speckens was daar eigenlijk geen ontkomen aan. Zij zou zich in de loop der jaren ontwikkelen tot de spil en het gezicht van het bedrijf waar het de winkel betrof. Dat ze daarbij wel eens in conflict kwam met de sterke persoonlijkheid van haar schoonmoeder Sidonie lag eigenlijk voor de hand. Daarnaast vroeg vanaf 1950 de eerste van haar acht spruiten de aandacht. Met be wonderenswaardige inzet wist zij samen met haar man de opvoeding van de kin deren en het werk in de zaak te combi neren. Gelukkig was zij gezegend met een ijzersterk gestel en had zij een groot ver antwoordelijkheidsgevoel en een tome loze werklust. Heel opvallend was daarbij haar grote vriendelijkheid. Dat daarbij een zesdaagse werkweek slopend was merkten wij, de kinderen, op zondag. Wij gingen dan met onze vader wandelen opdat zij kon rusten. Greet had een grote voorliefde voor het etalage maken. Een keer in de drie a vier weken werd er, na sluitingstijd, een nieuwe etalage gemaakt. Daarin kon zij haar crea tiviteit kwijt. Vooral met Sinterklaas, Kerst en Pasen werden de producten tentoon gesteld. In 1967 werd Greet geconfronteerd met het zware hartinfarct van haar man Sjef. Na een maandenlang herstel in het ziekenhuis kwam Sjef weer thuis. Al die tijd bleef zij gewoon op haar post en droeg deze tegen slag met bewonderenswaardig doorzet tingsvermogen. Daarbij vond zij veel steun in haar geloof. In 1984 werd besloten om de zaak te sane ren en konden Sjef en Greet gaan genieten van een welverdiende oude dag. Maar reeds in 1990 overleed Sjef plotse ling. Het was een geweldige slag voor haar. Het heeft haar geknakt, maar niet gebro ken. Ondanks haar steeds brozer wordende gezondheid bleef de wereld om haar heen haar belangstelling houden. Zelf overleed zij in 2002. Ze liet een grote leegte achter en niet alleen bij haar kinderen en kleinkin deren. Personeelsleden in die tijd in de winkel wa ren: Annie Aspeslagh, Schoonzus Vic Gui- nee-Speckens, Ploon Maas, Miranda Kot- zebue, Coby van den Bulck, Ida Elshout, Greet Braat en Diny de Zeeuw. Generatie 5b, Charles Joannes Marie Speckens, broodbakker (Vlissingen 1922-1984) Als jongen van 15 jaar trad hij in de zaak van zijn vader. Vanaf die tijd heeft hij zich met hart en ziel gewijd aan het in stand houden en uitbreiden van de bekende brood en banketbakkerij aan het Betje Wolffplein. Van november 1934 tot mei 1936 volgde hij de opleiding aan de Bisschoppelijke Nij verheidsschool te Voorhout voor het brood- en banketbakkersvak. Aan het Station voor Maalderij en Bakkerij te Wageningen volg de hij met succes de technische cursus voor het bakkersvak van september 1941 tot juli 1942. Tijdens de oorlog speelde hij het klaar om samen met zijn moeder, haar broer Leon en zijn broer Sjef de zaak in bedrijf te houden. Hij was een beminnelijke en nuchtere per soonlijkheid, die in alle rust moeilijkheden wist op te lossen en zo iedereen voor zich in nam. In 1956 trad hij in het huwelijk met Camilla Maria (Milly) Vierhout (Vlissingen 1936). Zij kregen drie kinderen. Goed personeel is natuurlijk heel belangrijk in zo'n groot bedrijf. Gelukkig waren er mensen die lang en goed werkten in de winkel of de bakkerij. Soms wel meer dan 40 jaar zoals de eerder genoemde Ploon Maas en Frans Tournooy. Eerlijkheid is daarbij een eerste vereiste. Helaas moesten soms ook mensen worden ontslagen omdat ze geen onderscheid konden maken tussen het mijn en het dijn. Geen namen, maar een Den Spiegel 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2017 | | pagina 32