De werking van het eerste stelsel van ver
lichting (1868-1873)
Maar hoe deden de loodsen en schippers
dat? Hoe gebruikten zij de lichtopstanden
op de oevers en lichtschepen om over de
rivier te navigeren? Allereerst is het goed
om te weten dat lichtopstanden niet werken
zoals vuurtorens. Het licht draait niet rond.
Fresnel-lampen bundelen de lichtstralen;
denk aan het licht uit een zaklamp. Deze
felle lampen waren vanaf honderden me
ters zichtbaar.
Ik zal de werking uitleggen met een voor
beeld. Cl bent 's nachts buiten met twee
vrienden. Vriend één schijnt met zijn zak
lamp op u. Vriend twee schijnt zijn licht
net voor vriend een langs. Om vriend twee
te vinden volgt u eerst de lichtbundel van
vriend een. Vlak voor hem ziet u het licht
uit de zaklamp van vriend twee. (J stelt uw
koers bij, en voila, u komt aan bij vriend
twee. Cl begrijpt dat het een zeer geconcen
treerde en spannende bezigheid was om
in het pikdonker op deze manier het schip
over de rivier te loodsen.
Koersen met lichtenlijnen (1873-1890)
De Belgen waren opgetogen over de wer
king van het stelsel van lichten. Zij wezen
hun Nederlandse collega's op de uitmun
tende werking. Ondanks het succes lieten
zij het stelsel al na vijf jaar grondig wijzi
gen door achter elk licht een tweede licht
te plaatsen. De reden hiervoor was een
nautische innovatie genaamd lichtenlijnen.
Een lichtenlijn bestaat uit twee achter el
kaar geplaatste oeverlichten. Wanneer deze
precies boven elkaar zitten vaar je in de
vaargeul.
Cl vraagt u misschien af waarom dit nodig
was. Denk opnieuw aan het zaklampvoor
beeld. Stel u wijkt per ongeluk af. Met een
licht is het lastig bepalen hoe u uw koers
moet bijstellen om weer in de lichtstraal te
komen. Een misrekening kan het schip op
een zandbank doen varen. Met twee lich
ten boven elkaar is dit heel gemakkelijk.
Wanneer het achterste licht meer naar links
staat, stelt u koers naar rechts.
Perfectionering door sectorlichten
(na 1890)
Lichtenlijnen maakten het varen over de ri
vier veiliger. Men bleef echter zoeken naar
meer perfectie. Dit werd gevonden in het
plaatsen van sectorlichten. Cl kent ze waar
schijnlijk wel: de rode en groene glasraam
pjes voor de lampen. Sectorlichten werden
op veel bestaande lichtopstanden geplaatst
om loodsen en schippers een beter idee te
geven van waar zij zich in de rivier bevon
den.
De kaart hiernaast is gemaakt na introduc
tie van deze sectorlichten, en diende als
lesmateriaal voor de loodsen. De kaart legt
uit hoe sectorlichten werkten: voer je in het
witte licht, dan bevond je je in de diepste
vaargeul. In het groene licht was het veilig,
maar niet het diepst. Rood gaf aan: pas op,
je bevindt je in een relatief ondiep deel van
de vaargeul.
Lichtenlijn van Kaapduinen. Hier zien
we de lichtenlijn van Kaapduinen van
daag de dag. In het geval van de situ
atie van de foto zou de stuurman de
wielman iets naar rechts laten sturen
om de lichten boven elkaar te krijgen.
Dan weet hij dat het schip zich veilig
in de vaargeul bevindt.8
Den Spiegel
8