transporteerd' aan Vogt. De akte is onder tekend met een kruisje, met vermelding dat 'dit merk eijgenhandig is gesteld' door De Silva'.3 Mijn zoektocht wordt beloond. Aktenummer 5238 tref ik aan tussen de archiefstukken van Malabar. Het document komt bijna volledig overeen met het stuk uit mijn ei gen collectie. Met dit verschil dat het ge waarborgd is met een VOC-stempel van 12 stuivers en het ontbreken van de over drachtsverklaring van De Silva aan Vogt. Bovendien vermeldt mijn document op de achterzijde nog iets bijzonders: 'De minute deezes is behoorlijk geteekend en geschreeven op een zegel van twaalf stui vers'. Dat betekent dat de klerken van poli tie alleen bij de eerste verkoop een minute opmaakten, die als slaaf- en eigendomsre gistratie op het secretariaat van de VOC in bewaring bleef. De eigenlijke verkoop- of originele akte, gewaarmerkt met een zegel van 6 stuivers, werd aan de slaveneigenaar meegegeven. Bij iedere volgende verkoop werd op deze originele akte de nieuwe en getekende overdracht vermeld, waarna het document met de verkochte slaaf aan de nieuwe eigenaar werd overgedragen. Op sommige van de tien aangetroffen eigen domsakten trof ik wel vijf of zes opeenvol gende transporten aan van een bepaalde slaaf of slavin. Deze transportakten noem de men een 'ola' of 'slave ola' en als bewijs van registratie bewaarde de VOC de minu ten van de tot slaaf verklaarde certificaten.4 Slavernij in Azië In Azië was slavernij een eeuwenoud en wijdverspreid verschijnsel. Toen de Euro peanen daar vanaf de vijftiende eeuw ver schenen, kwamen zij al snel in aanraking met het Aziatische slavernijsysteem en maakten daarvan dankbaar gebruik. Ook de VOC. Zo zette deze Bengaalse slaven in bij de productie van nootmuskaat en foelie op de Banda eilanden, werkten er slaven op de scheepswerven en in de pakhuizen op Java en Ceylon of werden zij tewerkge steld op de landerijen van Kaap de Goede Hoop. De Compagnie nam dus deel aan de slavenhandel, maar claimde geen monopo lie en ontwikkelde deze niet tot kernactivi teit, zoals bij haar zusterorganisatie de WIC. Naar schatting heeft de VOC zo'n 38.000 tot 53.000 slaven vervoerd.5 De intra-Aziatische slavenhandel liet de Compagnie over aan het particuliere ini tiatief. Wel hief zij belastingen, reguleerde de slaventransacties binnen haar territoria en trachtte de plakkaten en voorschriften zoveel mogelijk te handhaven. Een van die bepalingen luidde bijvoorbeeld dat chris tenen geen slaven mochten verkopen aan niet-christenen. In een andere verordening legde zij het verbod op de uitvoer van sla ven vast.6 Door de vrijheid die de Compagnie haar personeel verleende, nam dat de slaven handel letterlijk en figuurlijk voor zijn reke ning. Zij kochten, transporteerden en ver kochten de tot slaaf gemaakte Aziaten. De bron van slavernij was divers. Soms waren het krijgsgevangen die als oorlogsbuit wer den verkocht of leidden bepaalde tegensla gen, droogte en honger tot schuldslavernij. Maar ook regelrechte rooftochten en ont- VOC-pakhuis in Cochin, (foto Ruud Paesie, 1999) Juli 2017 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2017 | | pagina 15