Vlissingen blijft een vesting Na het vertrek van de Fransen in 1814 komt Vlissingen in mei van dat jaar weer in Nederlandse handen. Het Verenigd Ko ninkrijk der Nederlanden (1815) loopt van de noordelijke provincies tot aan de grens van Frankrijk. Nederland geraakt in een langere periode van vrede. Alleen onderbroken door de op stand in de Zuidelijke Nederlanden (België) in 1830-1839. Ten gevolge van deze ge beurtenis wordt de vesting Vlissingen in staat van oorlog gebracht. Uiteindelijk verliest Koning Willem I zijn zeggenschap over de vele zuidelijk gelegen vestingen. Dit gaat niet op voor Maastricht en Antwerpen, deze blijven nog in handen van de vorst. Toch zal de vesting Antwerpen na een belegering door het Franse leger na een maand capituleren. Als Antwerpen ergens bij betrokken is, dan is Vlissingen dit ook. Vlissingen is samen met het bruggenhoofd Breskens in staat de Westerschelde af te sluiten. Het afsluiten van de Scheldemonding staat dan ook gelijk aan het afsluiten van de toegang tot de haven van Antwerpen. Dit is dan ook reden waarom de vesting Vlissingen nog vele jaren in de belang stelling blijft staan. Dit brengt met zich mee dat de vestingwallen de stad blijven om sluiten, van afbreken is dan ook nog geen sprake. Sterker nog, gedurende vele jaren onder gaat de vesting meerdere inspecties door de genie. Meerdere malen volgt hier een advies uit wat er moet gebeuren om de vestingwerken in goede staat te houden. Dit beperkt zich niet alleen tot herstelwerk zaamheden maar ook tot vernieuwen. Een leuk feitje is de toestand van een deel door de Fransen opgebouwde metselwer ken. Deze verkeren in zeer slechte staat en moeten herstelling ondergaan schrijft de genie inspecteur. De Fransen hebben ver keerd gebakken stenen gebruikt die niet bestand zijn tegen het Zeeuwse klimaat. In 1841 komen er nog een zestal adviezen waarvan de belangrijkste zijn het verlengen van het glacis voor de hoofdwal, het aan brengen van een dam tussen de voor- en hoofdgracht en het verhogen van zowel de bedekte weg alsook sommige delen van de hoofdwal. De inspecteur geeft aan dat de lunetten gelegen op het glacis afgegraven mogen worden om grond beschikbaar te maken voor de voorgenoemde ophogingen. In de daarop volgende jaren blijft de stad aan de Schelde belangrijk in militair op zicht. Dit blijkt ook uit verslagen van in specteurs der genie. Een verslag uit 1857 geeft als advies het verbreden van de wal gangen achter een deel van de vesting muren. Dit met als doel meer en zwaarder geschut te plaatsten. Opvallend is wel dat de meeste verande ringen betrekking hebben op het zeefront. Het landfront wordt steeds minder belang rijk. Dit zou een reden kunnen zijn om te beginnen met het afbreken van de vesting wallen en de stad zijn benodigde uitbreiding te geven. Jammer genoeg is dit laatste nog niet aan de orde. Koninklijk Besluit Een Koninklijk Besluit van 29 mei 1867 bepaalt dat de vesting Vlissingen vesting af is. Hiermee is de militaire rol die Vlissingen bijna vijf eeuwen lang heeft vervuld tot een eind gekomen. Vlissingen staat aan het begin van een nieuwe periode. Een periode waar de stad niet meer begrensd gaat wor den door vestingwerken. CJiteindelijk verdwijnen de vestingwerken. Het ooit welvarende Vlissingen is verarmd achtergelaten door de Fransen in 1814. In de jaren daarna heeft het nooit echt de kans gekregen zich te ontwikkelen naar de situatie van vroegere tijden. Een belang rijke handelsstad, gelegen aan zee. De oprichting van de marinewerf (1815), de verhuizing van het loodswezen (1814) vanuit Antwerpen naar Vlissingen en de oprichting van verschillende veerdiensten onder andere naar Antwerpen en Breskens (1828) zorgen ervoor dat er een econo mische opleving plaatsvindt. Het bevolkingsaantal groeit in 1860 tot bo ven de 10.000. In 1866 gaat er een schok door Vlissingen als de marinewerf samen- Den Spiegel 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2017 | | pagina 10