moesten de manschappen rond de buiten
haven marcheren. We moeten beseffen dat
in die dagen militairen vrijwel alles te voet
aflegden. Even werd gedacht aan een ter
rein bij Zwanenburg maar de commandant
van 5 KA prefereerde een stuk grond bij de
Oranjemolen.
Advies Gemeentewerken
Het verzoek van de commandant 5 KA
kwam bij burgemeester en wethouders
op tafel die het doortrechterden naar de
directeur van gemeentewerken. Die had
geen principiële bezwaren maar adviseerde
niet het hele perceel af te staan. Het daar
aanwezige hoofdriool en de uitwateringsluis
moesten ter beschikking van de gemeente
blijven. Op het terrein hadden negen buurt
bewoners een volkstuin waarvoor zij 2,50
huur per jaar betaalden. De belangstelling
daarvoor liep terug en daarom kon de huur
wel opgezegd worden, het rijk moest dan
voor de gewassen wel schadevergoeding
betalen, naar schatting enkele honderden
guldens. De directeur stelde voor de grond
voor 20,- per jaar aan defensie te ver
huren.
Verder verloop
Defensie zag het wel zitten: de beoogde
locatie lag achter de zeedijk, er was alleen
wateroverlast tijdens het zogenaamde
overslaan maar dan konden de kanonnen
met dekkleden worden beschermd net als
in de Bomvrijekazerne. Last van stuifzand
was er niet, het perceel lag niet direct aan
de openbare weg en was gemakkelijk
afsluitbaar met een prikkeldraadomheining.
Op 4 juli 1923 sprak een kapitein van de
genie met B&W over een voorlopige ver
gunning om het terrein te mogen ge
bruiken. Op 2 juli had C 5 KA al vernomen
dat B&W een deel van het terrein, met uit
zondering van hoofdriool en uitwaterings
sluis, als oefengelegenheid wilde afstaan.
Geadviseerd werd het terrein niet voor
november te gebruiken, in die maand liep
het huurcontract van de volkstuintjes af.
De genie kreeg te horen dat het terrein door
waterstaat in erfpacht aan de gemeente
was afgestaan en dat men die niet wilde
overdragen. De gemeente was wel bereid
een gedeelte van het terrein voor 20 jaar
tegen een huur van 25,- per jaar te ver
huren. De huur kon in bepaalde gevallen
bijvoorbeeld overlast van schietoefeningen
worden opgezegd.
Nadat op 3 oktober 1924 de gemeenteraad
het voorstel had aangenomen werd de
overdracht in een akte vastgelegd.
Problemen met het Polderbestuur
Het bestuur van de Polder Walcheren volg
de de ontwikkelingen bij Dishoek met
argusogen en aarzelde niet eisen te stellen,
te protesteren of te verbieden. Het wees er
op dat het Rijk eigenaar van het duingebied
was en dit aan de polder in erfpacht had
gegeven. De genie was zonder vergunning
met de inrichting van de batterij begonnen.
Het bestuur wist niet beter of er was sprake
van plaatsing van een paar kanonnen op
bestaande beddingen, als men geweten
had dat er veel meer stond te gebeuren dan
was voor de plaatsing van de kanonnen
geen vergunning afgegeven. Niettemin ging
men akkoord met de plaatsing van het ge
schut, gebouwtjes, omheining enzovoort
op voorwaarde dat eventuele schade naar
tevredenheid van het bestuur zou worden
hersteld. Later kregen twee personen toe
stemming het duingebied vanaf de land
zijde te betreden voor onderhoud.
Na installatie van de batterij wilde defensie
een tijdelijke post en een houten loodsje bij
Valkenisse plaatsen. Daarvoor moest in de
duinen gegraven worden, maar het polder
bestuur stond op z'n strepen en weigerde
onder andere om waterstaatkundige reden
een vergunning af te geven.
Men wees erop dat defensie toestemming
moest hebben om de duinen te betreden en
er in te bouwen of te graven.
Bij een oefening begin maart 1923 werd
buiten de paden gelopen en de helmbe
planting vertrapt, ook dat was tegen het
zere been. De commandant van de School-
compagnie in Vlissingen kreeg dat op zijn
brood, ook was zonder vergunning een
Oktober 2017
13