Soldaten van de kustartillerie en de batterij Tromp, circa 1930. (Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen) wachtlokaal geplaatst, dat eigenmachtig optreden werd niet goedgekeurd. Inspectie De klachten van het polderbestuur waren voor de Inspecteur der Genie aanleiding de batterij te bezoeken. Hij had begrip voor de klachten en beloofde alles in het werk te stellen om de situatie te verbeteren, het Geniebureau in Bergen op Zoom kreeg daarvoor opdracht. De ingenieur van de polder, Jhr. Boreel, ging begin mei 1923 een kijkje nemen en constateerde een 'kermisachtige' toestand. Op het terrein lagen eierschalen, asresten, lappen, papier en de helm was zo vertrapt dat hij twijfelde aan verdere groei. Op den duur zou een stuifgat kunnen ontstaan. Het wachtlokaal vond hij onooglijk en uit de toon vallen bij de omgeving. Hij stelde voor het militaire deel als geheel te omheinen en de militairen verantwoordelijk te houden voor onderhoud tot tevredenheid van het polderbestuur. Ook moest van de landzijde een pad naar de batterij worden aangelegd. Oefeningen opgeschort Na installatie van de batterij werd er ge oefend maar het polderbestuur wilde dat niet toestaan, het duingebied ter plaatse was te kwetsbaar. Het stelde voor het rijk in casu Rijkswaterstaat de duinen in onderhoud te laten nemen maar dat plan ging niet door. De Inspecteur der Artillerie gaf toen opdracht de oefeningen voorlopig te staken. Bij een begin juni gehouden inspectie bleek dat de omheining nog niet was aan gebracht. Directe aanleg werd beloofd en op kale plekken zou riet worden geplant, ook werd verboden over het strand naar de batterij te gaan. Er werd een vergunning ge vraagd om tot 15 juli 1923 dagelijks bij de batterij te mogen oefenen en rond 28 juni schietoefeningen te houden, dat was be langrijk om Vlissingen als garnizoensstad te kunnen behouden. Het polderbestuur ging uiteindelijk ak koord, ook met het twee keer per jaar hou den van driedaagse schietoefeningen. Toezicht Voor toezicht op de batterij werd een be roep op de marine gedaan. De verant woordelijke minister ging akkoord met toe zicht door de lichtwachter van Kaap Duin, A.A.J. Brandes. De Inspecteur van het Loodswezen in Vlissingen kreeg opdracht de genie te helpen bij het maken van een Den Spiegel 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2017 | | pagina 16