kleine poorten aanwezig om buiten de ves
tingwal te komen. Zo zijn er een aantal
aan de zeekant gelegen die toegang geven
tot de havenhoofden. De poorten aan de
landkant geven toegang tot de dijkposten
en het glacis. Wil je echter de stad in of
uit met een rijtuig dan moet er gebruik ge
maakt worden van de aan de westelijke en
oostelijke kant van de vesting gelegen toe
gangspoorten; de Duinpoort (1812) en de
Rammekenspoort (1659).
Rijkdom gaat verloren
Waar in de veertiende eeuw Vlissingen be
schermd moet worden uit economisch be
lang kreeg dit bij de Franse overheersing
een gewichtig militair aspect. Zeker na de
korte Engelse bezetting in 1809 wordt de
vesting Vlissingen versterkt. Deze terugkeer
van de Fransen baart de overgebleven in
woners van Vlissingen zorgen. Velen staat
het nog vers in het geheugen hoe de Fran
sen hun stempel drukten op het leven in en
rond de stad. Hun angst zal niet ongegrond
blijken.
Door de verbeteringen die uitgevoerd moe
ten worden aan de vestingwerken begint
men met het onteigenen van percelen en
panden. Hierdoor komt een deel van de
rijkdom van Vlissingen na voltooiing van
de werken begraven te liggen onder de
vestingwerken. De voormalige eigenaren
worden dan wel gecompenseerd voor het
inleveren van hun bezittingen, de taxatie
echter wordt met dezelfde voortvarendheid
uitgevoerd als het onteigenen. Hierdoor
krijgen vele eigenaren te weinig uitgekeerd.
Dit en allerlei andere negatieve zaken doen
het inwonersaantal geen goed. Inwoners
met een beetje vermogen trekken weg,
panden komen leeg te staan en armoede
valt de stad ten deel.
In 1795 zijn er nog ongeveer 8000 inwo
ners woonachtig in de stad. Bij het aanbre
ken van de Franse tijd neemt het aantal
schrikbarend af. Rond 1805 staat de teller
nog op 7296, om in 1811 en 1813 uit te
komen op respectievelijk 4840 en 4700
inwoners. Zodra de stad weer onder Neder
lands bestuur valt stijgt het inwonersaantal
weer. Maar zeker niet de welvaart.
Zo waren er in het jaar 1841 in Vlissingen
1792 gezinnen. Het totale inwonersaantal
bedraagt dan 8981 waaronder 1256 garni
zoensoldaten en officieren.
Van de inwoners zijn velen als handarbeider
werkzaam op de scheepswerf of betrokken
bij werkzaamheden voor het garnizoen.
Daarnaast komt er ook geld binnen door
het binnenlopen van oorlogs- en koopvaar
dijschepen. Maar veel wordt er niet ver
diend, zeker niet in de winter. Dan laat de
welvaart veel te wensen over.
Te slopen woningen achter de
Gevangentoren, dit om de bouw van de
bomvrije kazerne mogelijk te maken.
(Historisch Topografische Atlas
Gemeentearchief Vlissingen)
Oktober 2017
'X
V'
7