Gouden dukaat uit 1729,
afkomstig uit het wrak van
de Vliegent Hart.
(Collectie muZEEum)
stond. Daar stootte de Anna Catharina
door de holle zee. Ze werd over een deel
van de Raan, de Vlakke Raan, gedreven
en zonk. Man en muis lieten het leven. De
Vliegent Hart stootte ook lek, kwam nog
buitengaats, ankerde op tien vadem, maar
zonk om ongeveer elf uur die avond. Op
een sein van de Vliegent Hart was de schip
per van de Mercurius, Willem Gerbrants
van Zierikzee, ook ten anker gegaan, maar
beneden de wind, zodat hij niets kon uit
richten. Ook van de Vliegent Hart verdron
ken zo die nacht alle opvarenden. Samen
verdronken bij deze dubbele ramp meer
dan 400 man.4
De drie broers kenden het verhaal vast wel
uit de mond van hun vader. Jacob en Frans
leerden de Deurlo later zelf goed kennen
en wisten waar hij het over had. Ze werden
beiden loods. Frans zou, naar eigen zeg
gen, de Deurloo meer dan duizend maal
peilen. Toch, hoe laag het water bij harde
oostenwind kon staan, daar kon men alleen
naar gissen, want bij zulk weer was met het
peillood niet te werken. Een halve eeuw la
ter schreef hij:
En met een labbere koelte oostewinden
minnige rijs op het droogste van het faar-
water 21 voeten bepijlt, soo dat men wel
staat mag maken dat men met arde ooste
winden wel minder waater is en ook datter
met sulke arde oostewinden geen loodsen
of schippers in staat sijn om het dan met
het laagste waater te bepijlen, soo dat ik bij
winterdagen wel sal moete swijgen hoeveel
dat t'waater in see gedreeven wort, ...5
Hoe gevaarlijk het ook was, een oosten
wind bleef nodig om het kanaal te berei
ken. Vaak lag een schip wekenlang voor
Rammekens op die wind te wachten. Het
enige wat men kon doen om de risico's van
de Deurlo, bij het uitvaren, maar ook bij
het bezeilen van Vlissingen vanuit zee, te
beperken, was het vaarwater te betonnen,
een plan waarover zeker al sinds 1729 was
gedelibereerd. De verpletterende ramp met
Label met de initialen JDH. Afkomstig
uit het wrak van de Vliegent Hart.
(Collectie muZEEum)
Januari 2018
9