Afrika (ZWA). Kort nadat de Eerste Wereld
oorlog was uitgebroken, kwam daar veran
dering in. De Republiek Zuid-Afrika zag
in 1915 haar kans schoon om het gezag
in ZWA over te nemen en beschouwde de
Duitse kolonie vanaf dat jaar als haar man
daatgebied.
In ZWA was mijnbouw, en dan gaat het hier
om het delven van diamanten, tot 1920
de belangrijkste pijler van de economie.
In de jaren daarna volgde een sterke af
name van deze industrie, terwijl landbouw
en veeteelt juist sterk in opkomst waren.
Zuid-Afrika speelde daar handig op in, door
blanke boeren te stimuleren om zich in
ZWA te vestigen en daar grote boerderijen
op te zetten. De immigratie betekende bo
vendien versteviging en benadrukking van
macht en identiteit van Zuid Afrika in ZWA.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de
diamantmijnen tijdelijk gesloten, terwijl het
voedseltekort zowel in Zuid-Afrika als daar
buiten toenam. De groei van de landbouw
sector werd almaar groter.
In 1946 wilde Zuid Afrika de voormalige
Duitse kolonie inlijven als vijfde provincie,
maar daar wilden de Verenigde Naties niet
aan meewerken. Ondanks die afwijzing
bleef Zuid-Afrika grote invloed behouden
en kon zij ook in ZWA haar apartheidspo
litiek (1948-1990) in de praktijk brengen.
Hoewel de apartheid officieel pas dateert
van na de Tweede Wereldoorlog, konden al
in de jaren dertig van de twintigste eeuw
blanke boeren rekenen op steun van staats
wege. Dat ging ten koste van donkere boe
ren die stelselmatig werden tegengewerkt.
Zoektocht
Dat het vinden van informatie over het
door Google Earth aangegeven Afrikaanse
Vlissingen Noord niet eenvoudig zou wor
den, bleek al snel. Noch op internet, noch
in Nederlandse bibliotheken en archieven
was er bruikbaar materiaal te vinden. Om
dat, conform mijn niet al te hoge verwach
tingen, ook pogingen tot emailverkeer met
de provincie !Karas op niets uitliepen, be
sloot ik contact te zoeken met de hono
rair consul van Namibië in Nederland. Dat
bleek een Nederlandse dame te zijn die
vanuit haar kantoor in Woerden, Namibi-
sche belangen behartigt in ons land. Zij gaf
enkele goede tips om mijn vastgelopen on
derzoek voort te zetten.
Op aanraden van de consul probeerde ik
in contact te komen met de volgens haar
meest aangewezen persoon, de Brabantse
pater van de parochiekerk van het plaats
je Karasburg in !Karas. Hij zou het gebied
rondom zijn standplaats op zijn duimpje
kennen. Teleurstellend genoeg reageerde
de pater geen enkele keer op mijn reeks
mails naar zijn adres. Vervolgens nam
ik contact op met maritiem-archeoloog
Bruno Werz. Deze Nederlander is woon
achtig in Zuid-Afrika en schrijver van een
artikel over de in 1747 voor de Namibische
kust vergane Vlissingen, een schip van de
Verenigde Oost-Indische Compagnie. Werz
kon mij niet verder helpen met Vlissingen
Noord in Namibië, maar verzekerde mij dat
het schip niets met mijn zoektocht te ma
ken kon hebben.
Het was vooral de Duitse Namibia Wissen-
schaftl iche Gesellschaft die mij op het
juiste en tegelijk onverwachte spoor zette,
met het aanreiken van enkele bronnen die
in Europa niet voorhanden zijn. Zo kreeg
ik kopieën toegezonden uit de in 1984
gepubliceerde Die Ensiklopedie van name
in Suidwes-Afrika van A.P.J. Albertyn,
waarin ook namen van boerderijen te vin
den zijn. Daarin lezen we in het charmante
Afrikaans: Vlissingen. Die plaas [boerderij]
is vernoem na 'n hawestad in Wes-Holland
van waar die eerste eienaar gekom het.
Vlissingen Noord bleek tot mijn verrassing
dus geen voormalig dorp of gehucht te zijn,
maar een boerderij! Het bedrijf zou gesitu
eerd zijn even ten noorden van de nationale
weg B3, halverwege het plaatsje Karasburg
en de grens met Zuid-Afrika bij Nakop.
De nauwelijks bevolkte provincie !Karas
wordt gedomineerd door vele, zeer ver
spreid staande boerderijen met een gigan
tische hoeveelheid grond. De eigenaren be
horen doorgaans tot het blanke deel van de
Namibische bevolking en zijn meestal van
Nederlands Zuid-Afrikaanse of Duits-Nami-
bische afkomst. We treffen in de omgeving
Januari 2018
5