oudste tempel van Penghu's hoofdplaats Makung staat een stenen zuil met een tekst die trots vermeldt dat de eilanders een paar eeuwen geleden 'de rode barbaar Wei Malan' hebben weggejaagd. Die barbaar was Van Warwijck. In 1622 werd in opdracht van de VOC een hernieuwde poging gedaan tot vestiging op Penghu. De expeditie stond onder lei ding van Cornelis Reijersz. Direct werd be gonnen met de opzet van een eenvoudig, provisorisch fort aan de noordzijde van de baai, ongeveer op de plek waar Makung ligt. Kort daarna richtte Reijersz' een fort op aan de zuidzijde van de baai, op de uiterste punt van de landtong. De sterkte bevatte vier bastions. Een toegangspoort stond direct in verbinding met de baai. Het verdedigingswerk werd Fort Vlissingen ge noemd. De Nederlanders haalden met hun activi teiten de woede van de Chinezen op hun hals. Zij zagen vooral de bouw van een fort als een bezetting van hun grondgebied. Het gevolg was een twee jaar durende strijd. Dankzij hun effectievere oorlogsvoering kregen de Chinezen het voor elkaar dat de Nederlanders uiteindelijk het onderspit moesten delven. Fort Vlissingen bleef ver woest achter in 1624. De contouren van het Nederlandse bouwwerkje zijn tegenwoordig nog vaag te ontwaren. Er is ter plekke een kleine gedenksteen geplaatst. De VOC verplaatste haar activiteiten ver volgens zo'n 75 kilometer verderop, naar de westkust van Taiwan. Dit grote eiland werd door de Portugezen Formosa ge noemd. Opnieuw werd er een verdedi gingswerk opgericht. Daarbij werd gebruik gemaakt van het meegenomen afbraak materiaal van Fort Vlissingen. Het fort op Formosa luisterde aanvankelijk naar de naam Oranje, maar werd later Zeelandia genoemd. Het was gelegen op een eilandje voor de kust, ter hoogte van het tegenwoor dige Tainan City. Op een ander eilandje in een baai bij die stad werd een sterkte van klein formaat gebouwd. Die werd redoute Vlissingen genoemd. De Nederlandse initia tieven op Formosa leidden, in tegenstelling tot die op de Pescadores, wel tot succes. Tussen 1662 en 1664 werd er vanuit Bata via tot driemaal toe een vloot onder leiding van admiraal Balthasar Bort naar de Chine se havenstad Hocsiew, nu Fuzhou, ge zonden. Er was in 1662 echter geen strijd gaande tussen Chinezen en Nederlanders, maar een lokaal Chinees conflict. De VOC wilde maar al te graag hulp bieden. Mari tieme steun moest immers gaan leiden tot handelsprivileges, zo werd van het gou vernement in Batavia verwacht. Borts ge welddadige optreden leidde tot een 'gunstig onthaal' door de 'bevrijde' bevolking van Hocsiew. Tot een zo gewenste permanente Nederl andse handelspost kwam het echter niet. In 1664 kreeg Bort het voor elkaar om een handelscontract af te sluiten met de plaat selijke autoriteiten. Dat bleek echter geen enkele waarde te hebben vanwege het uit blijven van toestemming van de Chinese keizer, zo bleek later. De Nederlands-Chi- nese betrekkingen zouden ook in latere ja ren zeer moeizaam blijven. In de periode dat admiraal Bort zich naar Hocsiew begaf, werd de kustlijn door een meereizende cartograaf in kaart gebracht. Een grote hoeveelheid eilanden werd tij dens de expedities voorzien van Neder landse plaatsnamen. Als we ons beperken tot Walcheren, vinden we in de contreien van Hocsiew de eilanden Middelburg, Dom burg en Meliskerke en nog een trio van ei landen met de namen Rammekens, Middel burg en Veere. En als bijna vanzelfsprekend werd er daar ook een eiland Vlissingen op de kaart gezet. Een aantal van deze namen verwees naar de schepen binnen de di verse vloten van Balthasar Bort. Vlissingen is daarvan een voorbeeld. We vinden de Nederl andse namen alleen op oude land kaarten. Op Chinese kaarten bleef de Chi nese identiteit steeds behouden. Naar Rusland Rest er nog één Vlissingen en daarvoor moeten we naar de Karazee, in het ijskoude noorden van Europa. In mei 1596 zeilden twee schepen van uit Amsterdam in de richting van arctisch 8 Deri Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2018 | | pagina 10