Naerebout behoedde voor uitsterven familie Arthur Scheijde Dit jaar is het tweehonderd jaar geleden dat de bekende redder Frans Naerebout (1748-1818) een natuurlijke dood stierf. Deze eenvoudige maar toch bijzondere visserman woonde in Vlissingen toen hij de Amsterdamse familie Scheyde behoedde voor uitsterven. Zonder Frans Naerebout zou ik nooit hebben bestaan. Frans kreeg een erepenning samen met zijn broer Jacob, werd geschilderd op verzoek van de beroemde admiraal Van Kinsbergen en werd door de koning geëerd in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Toch raakte hij geleidelijk in de vergetelheid, werd hij sasbeheerder in Goes en stierf in alle eenzaamheid. Frans was een gewone man, maar met een bijzonder integer karakter en buitengewoon veel lef: een Vlissinger met een gouden randje. De Schipbreuk De Woestduyn kwam in juli 1779 voor de Zeeuwse kust. In de Deurloo vaargeul voor Westkapelle leed het schip op de 25e die maand schipbreuk op de Noorder Rassen. De Hollandse loods Thys Wigman kreeg achteraf de volle schuld, werd gemarteld en verbannen uit Zeeland. In tegenstelling tot wat veel mensen dachten, ging loods Wigman niet onbezonnen te werk. Hij liet het schip een hele dag wachten voordat hij het door de Deurloo liet varen. Toen 'branding!' werd geroepen, was het helaas al te laat. Het schip liep vast. Acht man nen klommen in de overboord gezette sloep. Onder hen waren de Engelsman Daniel Barwell en zijn slaaf Ontong van Sambouwa. Een touw wilde niet loskomen, waardoor de sloep gevaarlijk langs het schip bleef slingeren. Barwell klom weer te rug aan boord, maar de andere zeven man- nen kregen de lijn later toch los. Zij wisten zelf bij Zoutelande het strand te bereiken en in de stad alarm te slaan. Hun namen zullen we waarschijnlijk nooit kunnen ach terhalen, maar wie de opvarenden allemaal precies waren is in 2010 gepubliceerd. De Engelsman Daniel Barwell begon zijn reis in India waar hij met een Rohilla Prins zaken deed, maar weg moest vanwege ver meende vriendjespolitiek. Met een groot fortuin vertrok hij op een Engels schip dat bij Mauritius door Fransen werd veroverd. Hij en verschillende mannen, vrouwen en kinderen belandden in Kaapstad waar zij toestemming kregen om met de Hollandse Woestduyn mee te varen. Het schip voer deze laatste reis voor de VOC kamer Zeeland. Vlak voor de Zeeuwse kust kwam de Woestduyn in de problemen. Barwell besloot nadat hij weer aan boord was ge klommen te gaan zwemmen. De kapitein gaf hij de sleutel die toegang gaf tot een kastje met zijn fortuin. Barwells lichaam werd dagen later levenloos gevonden op het strand. In de Sint Jacobskerk staat een grote marmeren gedenknaald voor deze man. De voet van de gedenknaald toont een reliëf van de schipbreuk die Frans Naerebout 'wereldberoemd' maakte in niet alleen Zeeland, maar de hele Republiek. Frans was een gewone Vlissingse visser man die op de bewuste reddingsdag de jaarl ijkse kermis had bezocht. Hij hoorde dat een VOC-schip in de problemen was en dat de VOC zelf niet durfde uit te varen. Samen met zijn broer Jacob riep hij vrien den bijeen en trok eropuit met zijn poon. In de storm redden zij in een tocht van twaalf uur 72 opvarenden. Bij aankomst in de stad werden de drenkelingen ondergebracht in het Gasthuis in de Hellebardierstraat. Tegenwoordig huist hier het gemeentear chief van Vlissingen. Een ambtenaar van de VOC doorzocht Naerebouts schip op ver- 10 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2018 | | pagina 12