gronden, bij den overtogt van geschut of geladen rijtuigen, aldaar de grootste onge lukken staan te gebeuren. Dat zal zo'n stenen brug geweest zijn als je bijvoorbeeld nog ziet liggen over de gracht bij Zierikzee. Met van die gemetselde bogen waar nog net een roeiboot met passagiers onderdoor kan varen. Aan de brug bij de Duinpoort moest ook nog het één en ander gebeuren want die was tussen 24 novem ber en 11 december gesloten voor rijtuigen. Het verdiende ook aanbeveling om extra palissaden aan te brengen bij de poort. Dat was een soort damwand van houten palen met er tegenaan een aarden wal, waar de verdedigers gedekt lagen voor vijandelijk vuur. Voor het karwei werden honderd pa lissaden aangevoerd plus nog vierhonderd boomstammen in lengtes van 2,85 tot 7.50 meter. De boomstammen mochten gekapt worden in de bossen van de Domeinen tot zelfs in de rustige stukken toe. De grachten moesten ook nodig uitgediept en schoon gemaakt worden. Kort voor dat de onlus ten begonnen was er al een klacht van de vestingkommandant dat de gracht op sommige plaatsen zo ondiep was dat die gewoon doorwaadbaar was. Een troep mi litairen die dagelijks de Duinpoort uit mar cheren zien duidelijk dat deserteurs op hun gemak zonder de minste hindernis de ves ting uit kunnen komen. Met sommige an dere bruggen was het ook niet best gesteld. Van de steiger van de Beursbrug was het houten wegdek zo slecht dat er bij veelvul dig gebruik een gevaarvolle toestand ont stond. Die brug lag bij het Beursplein en de tegenwoordige Koopmanshaven. Vroeger was het Bellamypark de Koopmanshaven. Daarachter, ter plaatse van de huidige Spuistraat, lag nog een haven; de Achter haven of Oude haven. Tussen beide havens lag ter hoogte van de Kerkstraat ook weer een brug die hoognodig gerenoveerd moest worden. En of dat niet genoeg was, er was ook nog een Roode brug die er niet best aan toe was. Die lag aan het eind van de voormalige Vissershaven, tegenover het Arsenaal. Wat een bruggen had Vlissingen vroeger toch. Toenemende dreiging Intussen werd de toestand steeds dreigen der. Maastricht was al ingesloten door de rebellen. De stad Antwerpen was al hele maal in hun bezit, uitgezonderd de citadel, die nog in handen van Hollandse militairen was. Over en weer vonden vuurgevechten plaats. Het moet voor de bevolking een nachtmerrie geweest zijn, want zodra de opstandelingen begonnen te vuren, volgde een beschieting met de kanonnen van het fort. De Schelde werd in eerste instantie volledig afgesloten door oorlogsschepen van de Nederlandse marine. Vanuit de Vlissingse marinehaven was op bevel van hogerhand een eskader bestaande uit twee korvetten (kanonneerboten) en een fregat uitgevaren naar Antwerpen. Men behoefde het ook niet stiekem te proberen. De be manning ervan was volgens de Middelburg se Courant zo fanatiek dat ze als arenden overal op los schieten. Een gevolg van die blokkade was dat handel en nijverheid in de stad bijna in zijn geheel stil kwam te liggen. Trouwens ook in de rest van Vlaanderen. Volgens krantenberichten waren er in ge heel Vlaanderen al meer dan honderddui zend werklozen. Ze smeekten om werk of om bijstand. Veel kooplieden waren van wege de beschietingen de stad uit gevlucht. Hun schepen bleven in Vlissingen liggen of ze dirigeerden ze naar andere havens. De Vlissingse havens lagen bomvol met voor namelijk buitenlandse schepen. Sommige bleven er soms maanden achter elkaar liggen. De loodsboten konden er soms 's nachts niet eens binnen liggen. Die moest en dan maar buiten blijven zonder fatsoenlijk onderdak en verwarming. Het gevaar kwam, voor wat Walcheren en de rest van Zeeland betreft, ook steeds dich terbij. Was er aanvankelijk nog hoop dat de opstandelingen achter de oude grens met België zouden blijven, dat bleek een illusie te zijn. Ze trokken soms al met wel 600 man door Zeeuws-Vlaanderen, tot aan Schoon- dijke toe. Ze plantten de Brabantse vlag op kerktorens en dwongen de bevolking tot het tekenen van formulieren voor annexatie April 2018 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2018 | | pagina 19