Schoolklassen poseren op de trappen voor het Vlissingse stadhuis aan de Houtkade, circa 1910 1915. (Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen) positief op en meldt dat indien geen toe zicht van militairen kan worden verkregen het toch hoognodig is dat er altijd, dag en nacht, twee bewakers zijn. Onderwijs Niet alleen opvang wordt geregeld, ook het onderwijs der jeugd wordt niet uit het oog verloren. Zo komt er vanuit Baarle-Nassau een houten schoolgebouw voor het on derwijs aan de kinderen van de Belgische vluchtelingen. Op 8 maart 1915 wordt deze school geopend, in de Scheldestraat. Hoofd is de heer De Bock, bijgestaan door Bel gisch onderwijzend personeel. Er wordt begonnen met 175 leerlingen en 5 leer krachten. In april 1918 wordt deze school vervangen door een nieuw gebouw, in de Verkuijl Quakkelaarstraat. Er hoort een wo ning bij voor de hoofdonderwijzer. Het ge heel is ook weer van hout en zal later naar Belgie worden vervoerd als school voor een of ander verwoest dorp. O, er zullen er veel noodig zijn! (A. Hans, Vlissingsche Courant, 15 april 1918). Atheneum Ook in 1915, in april, komt er een Belgisch Atheneum, volgens het verslag van de Centrale Commissie voor het onderwijs aan de uitgewekenen, in de Rioolstraat. Nu Weteringstraat. Er wordt gestart met 46 leerlingen en 5 docenten. Aan het hoofd van dit atheneum staat directeur L. van den Broeck, voor de oorlog werkzaam aan de universiteit van Leuven. Onder de leerlin gen zijn ook zonen van Belgische loodsen, woonachtig in Vlissingen. Eerder volg den zij dit soort onderwijs op internaten in België. Deze onderwijsvorm is aan jongens voorbehouden. De Centrale Commissie De Centrale Commissie regelt allerlei za ken met de Nederlandse en de Belgische overheid. Niet alleen geldzaken, salarissen van de Belgische onderwijzers, maar ook houdt zij toezicht op het uitvoeren van de Belgische onderwijswet, met name op het lesprogramma. Een apart Belgisch school- 16 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2018 | | pagina 18