prenten van de acties van Johan Willem
Sextroh uitgaf. De biografie hoorde bij vijf
platen die door Jan Kobell van Le Turcq
werden vervaardigd en die als kopergra
vures werden uitgegeven door Matthias de
Sallieth. Boekwerk en platen werden samen
voor de niet geringe prijs van twee gulden
aangeboden.38 Aangezien de advertentie
slechts tweemaal in de krant heeft gestaan
is het waarschijnlijk dat de oplage vrij snel
uitverkocht was.
Le Turcq mocht zich verheugen op een
grote schare bewonderaars, onder wie veel
vrouwen die hem niet alleen om zijn ma
ritieme prestaties bewonderden. Cateau,
de dochter van reder Jan Nortier, lijkt een
oogje op de kaperkapitein te hebben ge
had. In het postscriptum van een brief van
haar vader aan Le Turcq liet ze de hartelij
ke groeten aan hem doen.39 In een brief die
Nicolaas Jarry op 5 augustus 1782 aan Le
Turcq schreef (op dat moment gevangen
in de Globe Tavern in Exeter), meldde hij
dat hij bij de heer De Graaf had verbleven.
Iedereen vroeg, volgens hem, naar de ge
zondheid van Le Turcq. Ook de vrouw van
De Graaf was erg overstuur van Le Turcqs
toestand en had er tot in de late uurtjes met
Jarry over gesproken:
J'ai diné l'autre jour a la campagne de
m[onsieu]r Graaf
sa demoiselle ma parue fort affligée de votre
blessure.
Elle est toujours fort aimable, nous avons
eu une longue conversation sur votre comp-
te. 40
Jarry verbleef in die tijd in Le Turcqs' ka
mer in de stad en diens huishoudster ver
telde hem honderduit over de Franse ka
perkapitein. Het was echter niet alleen in
de Republiek dat Le Turcq onderwerp van
gesprek was. Dupuy, een bekende van Le
Turcq, schreef hem op 12 april 1782 een
brief waarin hij meldde dat de heer Arondel
onder de indruk was van zijn optreden en er
veel ophef over zijn daden was in de stad
Nantes: M[onsieu]r Arondel ma prié de lui
parle quand je partire. Il veut vous écrire il
vous dit bien du choses. En attendant, vous
a la un grand bruit a Nantes. 41
Portret van Pierre le Turcq met berenmuts, ca. 1782,
kopergravure Reinier Vinkeles, particuliere collectie.
De Vlissingse Zwitser David Henri Gallandat
sprak over Pierre le Turcq als een beleefde
en eerbiedwaardige man die men graag
hoorde spreken over de expedities die hij
had ondernomen ondanks zijn jonge leef
tijd. Er werd zelfs aan toekennen van ere
tekenen gedacht. In een brief aan reder Jan
van der Woordt schreef Bellamy op zon
dag 24 maart 1782 over Pierre le Turcq:
Zoo men kon goedvinden le Turc met een
order te beschenken denk ik dat het niet
onvoegelijk zijn zou om die de order van
St. Mercurius te noemen. Gij weet dat die
Heilige een goede kaper en daarbij zeer
vlug was. Van zijn voorlaatste kruistocht
was Le Turcq op 18 maart 1782 met een
aanzienlijk aantal prijzen teruggekomen en
met ereschoten in Vlissingen begroet, ter
wijl voor zijn bewaring dankzeggingen in
de kerken ten hemel werden gezonden, al
dus de dichter J. Aleida Nijland.42
12
Den Spiegel