„.rsCURYVINO I
t BK f E
t n j I S r O G T E N
£B EHBL U,
PIERRE LE TURCQi
DE VLlSSINiER,
ia t}fri r- te" r-
Jü-
jö, wtvsnthrütk^i ci I*rroon<lc1
M« ba K^Jr-S-bip
idetiüdTivlL" (k-ti O^iüE nv'. Jii fiflgpltbcs
in Je jipn-ji 17^1 '7*1-
ftwrA ;u m,ft# OpttUtnn,-. ui faWarity
Uitit i'it An r>''Mn |AJ->J (lulw*
t H H ft T T ft A ttw
J. UJJ l.EEUW. IliH-HrrS-wpff 'j? d« HK(fc*fa
h i n c l i i t 1 ïi
Titelpagina van de hagiografie die in 1784 aan de da
den van Pierre le Turcq werd gewijd, foto J. Francke,
collectie ZB.
Besluit
Na Nicolaas Jarry was Pierre le Turcq de
meest succesvolle kaperkapitein in de Vier
de Engelse Oorlog. Hij wist in totaal negen
schepen te veroveren en nog eens 22 te
rantsoeneren. Van 22 rantsoeneringen en
twee prijzen is een prijzengeld van 153.132
gulden bekend. Zijn geschatte totaalop
brengst zal ruwweg tussen de drie en vier
ton hebben gelegen.43
De jonge kapitein sprak bij velen tot de
verbeelding, hetgeen zich uitte in gravu
re en geschrift. Met zijn in juni 1782 van
stapel gelopen brik de Zeeuw keerde het
geluk zich tegen hem. Ofschoon hij zijn
bemanning intensief oefende was hij niet
opgewassen tegen de zwaarder bewapende
HMS Defiance. Hij moest zijn schip na een
kruistocht van vijf dagen en een gevecht
van twee uur overgeven, waarbij Le Turcqs
gezicht zwaar werd verminkt. Van zijn loop
baan daarna is niets bekend. Dat de kwa-
Januari 2019
liteiten van Le Turcq een dergelijke vlucht
namen tijdens de Vierde Engelse Oorlog
was, zoals vaker gebeurd in de geschie
denis, deels te wijten geweest aan toeval.
De aanstelling van Le Turcq als kaperka
pitein vond namelijk eerder plaats dan de
bedoeling was geweest. Na Brown werd
aanvankelijk de Amerikaan William Harris
als kapitein op de Jager aangesteld. Deze
deserteerde echter nog voor het schip was
uitgelopen. Diens vervanger bleek een gou
den greep van de reder.44
JOHAN FRANCKE is historicus en als
informatiespecialist van de afdeling
Kennisdiensten en Onderzoek verbonden
aan de Zeeuwse Bibliotheek te Middel
burg. Hij publiceert regelmatig over de
(maritieme) geschiedenis van Zeeland in
de Nieuwe Tijd
Noten
1 Middelburgsche Courant (MCO), 15 en 18 maart
1784, beide pag. 2; Leydse Courant, 30 oktober
1786, pag. 2; Zeeuwse Bibliotheek (ZB), Pamflet
4089.
2 Gemeentearchief Vlissingen (GAV), 387, Archief
van der Swalme, stadsresoluties, 1568-1806, inv.nr.
5159, fol. 569, 23 maart 1782.
3 Nieuwe Nederlandsche Jaerboeken (NNJ) 17/II
(Leiden, 1782) 767.
4 Met dank aan Kees de Baar voor inzage en gebruik
van deze brieven.
5 De auteur werkt aan een studie over de Nederlandse
commissievaart tijdens de Vierde Engelse Oorlog,
welke in het voorjaar van 2019 verschijnt.
6 F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen, zijnde
een vervolg op P. de la Rue, Geletterd, staatkun
dig en heldhaftig Zeeland (Middelburg, 1888
1893) 484; J.E.J. Jurry, Genealogie van het ge
slacht Jarry, branche de Hollande van 1450-1953
(Voorburg, 1952 en 's-Gravenhage, 1959) 20-21 en
24-29; http://www.terneuzen.com/historie/geschie-
denis/devergetenkaperkapiteins/.
7 The National Archives, Kew (TNA), High Court of
Admiralty (HCA) 42, inv.nr. 164. Brief aan Nicolaas
Jarry van Jacques le Breton, 17 november 1781;
Jurry, Genealogie van het geslacht Jarry' (beide
drukken van 1952 en 1959) 5, 20-21 (1952) en
11, 13-14, 24-29 (1959). Vergelijk met: Peter van
Druenen, Vissers, kapers, arbeiders. Vlissingen
13