De Vlissingse brievenposterij in de
18e eeuw
Kees de Baar
In het onlangs gepubliceerde bronnenboek
Beschrijvinge der stadt Vlissinge van Jasper
Jaspersen Brasser, beschrijft Brasser op de
pagina's 679-682 (boekpagina 279) als inwoner
zijn stad Vlissingen in 1754. Hij beschrijft
de stad zoals hij die waarneemt zonder na
te gaan of zijn beschrijving juist of volledig
is. In onderstaande tekst beschrijft hij de
brievenposterij in Vlissingen en geeft aan dat
de 'Vlissingse posteljons' met brieven naar
Amsterdam en Alphen rijden. Hij vertelt er niet
bij dat deze postrijders de brieven niet verder
dan het Sloeveer bij Nieuw- en St. Joosland
brachten. Dat was namelijk de 'Vlissingse
postrit'. In dit artikel wordt op basis van
bronnenonderzoek de Vlissingse brievenposterij
beschreven om de beschrijving van Brasser aan
te vullen.
De beschrijving van Brasser
Postmeester
Ook is hier een postcomptoir waervan den
postmeester door hun edelagtbare wordt
aengesteldt daer men twee maels des
sweeks brieven kan brengen, sondaegs en
des swoendagh, om te senden door geheel
Europa midts dat sommige brieven moeten
gefranqueerdt worden tot op sommige plaa-
sen te sien op de lyst van de brieftporten
door hun edelagtbare daerop geëmanieerdt.
Tweemaels sweeks vertreck den postel-
jon met de mael met brieven over landt tot
Amsteldam oft tot aan het generael post-
comptoir te Alphen. Ook arriveeren twee-
mael des sweeks twee posteljons met brie
ven, als des sondaegs en des donderdaegs.
Men moet de brieven swinter voor seven
uuren en somers ten acht uren in het post
huis hebben, wandt op dien tydt wordt de
mael van den posteljon geslooten en rydt
dan aft. Den postmeester moet syn postel
jons selfs aenstellen en onderhouwden, en
weet wat hy van yder gaende en koomen-
de brieft geniet.
Ook passeeren tweemael des sweeks de
Vlaemsch booden uyt Vlaenderen met de
brieven uyt Flaenderen en Vrankeryk die
haar brieven alhier coomen aft te geven aen
't posthuis die in deese stadt behooren, en
by hun terughreijse neemen sy de brieven
meede die alhier in de post gebragt syn.
Den postmeester weet hoeveel hy van ijder
brieft comt te genieten en treckt jaarlykx
van de stadt een somme tot suplement voor
de oncosten die hy aen de postery moet
doen van achthondert guldens.
De feitelijke situatie
Sinds 1738 had Vlissingen een stedelijk
postkantoor met als postmeester Nicolaas
Lambrechtsen, raad en schepen van Vlis-
singen. Het werk op het postkantoor werd
gedaan door een commies. Waar het post
kantoor heeft gestaan is niet bekend, maar
zeker in de buurt van het beursgebouw. Het
postkantoor was er allereerst voor de koop
lieden en moest gemakkelijk bereikbaar
zijn op de beursdagen.
Dat een lid van het stadsbestuur het post
meesterschap bekleedde was een nieuwe
eis van het stadsbestuur. Men had slechte
ervaringen met het verpachten van de 'brie
venposterij' aan een particulier met een
kantoor(tje) aan huis. Vanaf 1738 diende de
postmeester altijd lid van het stadsbestuur te
zijn. De brievenposterij werd ook niet meer
16
Den Spiegel