f1 f Zzftittt 'SZy
verpacht. De postmeester werd door de stad
aangesteld en financieel ondersteund met
een jaarlijkse toelage (recognitie).
De briefpost voor en via Holland diende
vanaf de start van de rijdende post in april
1746 verplicht op het postkantoor te wor
den afgegeven. Voor die tijd zorgden beurt
schippers en koopmansboden voor het
brievenvervoer. De koopmansboden wa
ren in 1746 vermoedelijk uitgekocht, maar
daarover is niets bekend.
De zogenoemde Hollandse post werd twee
maal per week door een postrijder naar het
Sloeveer bij Nieuw- en St. Joosland ge
bracht en afgegeven aan de veerman. De
postrijder ontving daar de brievenmaal voor
Vlissingen en reed terug naar het Vlissingse
postkantoor. Dat was het Vlissingse postrit
dat Brasser beschreef.
Vlissingen werd verder aangedaan door
een reizende bode uit Middelburg op Sluis
en West-Vlaanderen en door een reizende
bode uit Gent op Walcheren. Deze boden
haalden en brachten de brieven op het
postkantoor. Belangrijker voor Vlissingen
waren echter de postverbindingen tussen
Middelburg en Gent en tussen Brugge en
Middelburg. Met deze kwamen de brie-
ven uit de Zuidelijke Nederlanden en uit
Frankrijk mee.
De postverbinding tussen Middelburg en
Gent werd onderhouden door postrijders die
in IJzendijke de brievenmalen wisselden.
De brievenmaal bevatte de brieven van
Gent, maar ook van Antwerpen, Brussel,
Frankrijk en van steden uit gebieden die
via de Zuidelijke Nederlanden en Frankrijk
hun brieven naar Zeeland verzonden, zoals
Zuid-Duitsland, delen van Zwitserland en
Italië en uit Spanje en Portugal.
De Gentse postrijder reed tussen Gent en
IJzendijke. De Middelburgse postrijder reed
tussen Breskens en IJzendijke. De geslo
ten brievenmaal ging naar Middelburg en
daarna werden de Vlissingse brieven als
pakket naar Vlissingen gebracht. Wel wer
den meestal de brieven van Vlissingen als
pakket in Vlissingen opgehaald en aan de
brievenmaal toegevoegd voor de rit naar
IJzendijke, maar dat hing af van de samen
werking tussen de postmeesters en die was
er niet altijd. Vlissingen diende soms het
brievenpakket tijdig naar Middelburg te la
ten brengen, met tijdverlies en extra kosten
als gevolg. Er was geen alternatief, behalve
vervoer door beurtschippers of door de rei
zende bode die eenmaal per week de brie
ven naar het postkantoor in Gent meenam.
Afb. 1 Vouwbrief uit Vlissingen, 22-3-1745, met de Brugse bode Michiel de Wilde (MDW op de ach
terzijde) naar Brugge vervoerd voor doorzending naar Gent. De brief werd in Brugge gemerkt met
de aanduiding 'de zelande' (een herkomstmerk van Vlissingen ontbrak!). De brief is in Gent beport
met 6 sol (linksboven met inkt) voor een enkele brief, 4 sol tot Brugge verhoogd met 2 sol tot
Gent. Bij rechtstreeks vervoer door de Gentse bode zou de brief 5 sol hebben gekost.
Januari 2019
17