N ICOLAAS LAMBRECHTSEN,
ten van het oprichten en functioneren
van een postveer tussen Zuid-Beveland
en Tholen. De daaropvolgende jaren zul
len de kosten van het overvaren volledig
voor rekening van beide steden zijn.
- De vervoerskosten tot Tholen zullen voor
de helft door Vlissingen betaald worden.
Vlissingen zal proberen deze kosten goed
te maken uit de extra porten van brieven
die over Vlissingen naar Middelburg zul
len gaan. (Men verwachtte kennelijk dat
veel brieven voor Middelburg over de
nieuwe route via Vlissingen zouden gaan,
maar dat zou tegenvallen!)
- Vlissingen bedingt dat bij deelname van
Middelburg aan de Landpost alsnog
tweederde van de gemaakte totale kos
ten door Middelburg betaald dient te wor
den. Gedoeld wordt hierbij op de kosten
van aanleg en uitrusting van het Sloeveer
en van postrijders en paarden in Zuid-
Beveland op basis van een calculatie die
men daarover achteraf zou maken.
De start van de eerste Landpostrit is be
kend uit een proclamatie van postmees
ter Lambrechtsen. Hij had een plakkaat
opgehangen op het postkantoor. Dit plak
kaat bleek, wonderlijk genoeg, alleen nog
Fallmrefter te V liflaigeïi fl£tft by dczCü Ud ill to Cfi cell jdcf
tamii, du iltc ïpne briefenindifllincretylc op j.1Êe ||o!".iraJfe
(tedn «i Pbafciu «i tetdtt* site luhkom ayLcA,gH9
uiegeïoodcrEill alfiten Vlanderen roariaap rallen mrtreklen
bke een rydende PafljLlLaö te linde i en dil de or diruir it
dijjen gcregotcen syn op Zoodig en Weaesdq»,. ep vclkc
digcA men dc Britten kin befisltes au iye Cocnptoirnieter-
kJ? set bjSf-ftt naren 'i irends. v
De Erkfm zsitlcn wïikometi TK-eg&tpg en atooJ,
«log dal ril udcf koflixn bepaald wordenzoo wegcni dc jan-
Lck-hlI lit Jc uilJccling.
Pc VJiijuIc ItAdagfll ifS Mivdlg «n DaoJtcJig itimJ.
Pr «rfti Poft lil «nnUta ToonnJjj itoikI Jyn ij
Afiil J7-Iti. 't
Afb. 4 Landpostplakkaat van de postmees
ter van Vlissingen om de opening van de
Landpostrit aan te kondigen.
Bron: Archiv Fürst Thurn und Taxis
Regensburg, inv. nr. 5145.
aanwezig in het archief van Thurn Taxis
in Regensburg, de postorganisatie in de
Zuidelijke Nederlanden. Lambrechtsen had
dit plakkaat bijgesloten in een brief aan
Thurn Taxis, waarin hij de nieuwe post-
route aankondigde en vroeg de brieven
voor Vlissingen over de nieuwe route te
mogen ontvangen.
De Zeeuwse Landpostroute
De Zeeuwse postrit liep van het Sloeveer
tussen Walcheren en Zuid-Beveland naar
het postkantoor in Steenbergen. De post-
loper van Veere en de postrijder van Vlis-
singen brachten op zondag en woensdag
een afgesloten brievenmaal tot aan het
Sloeveer. Tot 1750 was dat het Groot Sloe-
veer bij Arnemuiden, daarna het Klein
Sloeveer van Sint Joosland naar de Zuid-
Kraaijertpolder in Zuid-Beveland. In 1755
werd besloten het veer te verleggen naar
de Noord-Kraaijertpolder op voorstel van
de postmeesters van Veere en Vlissingen.
Aan de andere kant van het Sloe stond de
Goese postrijder te wachten. Deze reed ver
volgens via 's-Heer Arendskerke naar Goes
waar het postvalies van Goes werd toege
voegd aan de 'generaele maele'. De post
rijder reed daarna via Kloetinge en Kapelle
naar Yersekendam, waar zich het door Le
Jeune opgerichte postveer over de Ooster-
schelde bevond.
De Steenbergse postrijder reed niet verder
dan het veer bij Gorishoek in Tholen. Hij
gaf daar zijn brievenmaal aan de veerman
en ontving of wachtte daar op de Zeeuwse
maal. Na ontvangst van het postvalies
in de haven van Gorishoek reed hij via
Westkerke, Scherpenisse en Poortvliet naar
de stad Tholen, waar de Thoolse brieven
voor Steenbergen werden opgehaald en
de losse brieven uit Goes en/of Walcheren
voor Tholen werden afgegeven. Van
Tholen ging het over de Eendracht naar
Steenbergen waar de brieven werden ge
sorteerd tot briefpakketten voor de steden
waarmee contracten waren gesloten. Deze
briefpakketten werden gebundeld tot malen
voor de aansluitende postritten.
20
Den Spiegel