worden betreffende deze familietak; een tak
die overigens geen directe familie was van
de beroemde zeehelden van weleer.
Geboortehuis
Vanaf 1826 huurden de ouders van Fre-
derik een huis in het centrum van Vlis-
singen. De voorzijde van het huis lag in
de Beursstraat, aan de achterzijde keek je
uit op de Koopmanshaven. Feitelijk was
het een dubbel pand met een voorhuis
en een achterhuis. Als je naar het tweetal
puntdaken kijkt, kun je dat nog altijd zien.
De eigenaar van het volledige pand was
Joseph van der Borgt, een vermogende
Antwerpenaar. De begane grond van het
huis maakt tegenwoordig deel uit van een
Japans restaurant.
In dit huis, tegenwoordig Beursstraat 12,
werd op 13 maart 1828 het eerste kind van
August en Maria geboren, zoon Frederik
Cornelis. Lang heeft het jonge gezin Tromp
hier niet gewoond, want al in mei 1829 ver
huisde het naar een huis aan de Houtkade
in Vlissingen, niet ver van het verdwe
nen Van Dishoeckhuis. Tot zijn vijftiende
jaar bleef Frederik aan deze kade wonen.
Daarna vertrok hij naar Holland.
Opleiding
Frederik verliet Vlissingen na zijn schooltijd
omdat hij ging studeren aan de marine op
leiding in Medemblik. Die staat nu bekend
als het Koninklijk Instituut voor de Marine
te Den Helder.
Dankzij gegevens van de Nationale Militie
Gemeente Vlissingen uit 1847 weten we
een aantal uiterlijke kenmerken van Frede-
rik. Hij had bruin haar, bruine ogen, bruine
wenkbrauwen, een plat voorhoofd, een
ronde kin en een ovaal gezicht, aldus dit
archief. We kunnen tevens concluderen dat
Frederik in het genoemde jaar voor korte
tijd weer in Vlissingen woonde. Waar hij
toen precies verbleef is niet bekend. In elk
geval niet bij zijn ouders. Dat staat immers
vermeld bij de bijzonderheden.
Al snel ging Frederik naar de vervolgoplei
ding van de marine, wederom in Medem-
De achterzijde van Beursstraat 12 komt uit op de
Smalle Kade van waaruit je op het Bellamypark kijkt
Tegenwoordig maakt de begane grond van het pand
onderdeel uit van een Japans restaurant. Foto Jaco
Simons.
blik. Na het afronden ervan kreeg hij een
baan bij de Amsterdamse marine. Vanaf
zijn tweeëntwintigste jaar voer hij naar zo
wel de Oost als de West, in de rang van
luitenant-ter-zee der tweede klasse. Als
hij niet op zee was, woonde Frederik aan
de chique Herengracht, in het huis van
zijn ouders. Vader August was in februari
1850 overgeplaatst van Vlissingen naar
Amsterdam, wederom als hoofdingenieur
scheepsbouw, nu echter bij de hoofdstede
lijke Rijkswerf.
Leveraandoening
Frederiks carrière verliep ongetwijfeld ge
heel anders dan hij zich had voorgesteld
want het einde ervan kwam abrupt. Op
25-jarige leeftijd, in januari 1854, werd bij
hem een leverkwaal geconstateerd. Gezien
de lange zeereizen en de beperkte medi
sche voorzieningen aan boord was het niet
meer mogelijk om te blijven dienen voor de
marine.
Noodgedwongen moest Frederik zich rich
ten op een geheel ander werkzaam leven.
Op 1 februari 1854 kreeg hij een baan bij
12
Den Spiegel