Twee soldaten onder een ossenvel bij Ladysmith, Foto Jan van Hoepen; Collectie Rijksmuseum. Onzekerheid Na de bezetting van Pretoria verkeerde de NZASM-directie te Amsterdam in onzeker heid over de toestand in dat gebied. Op 20 juni 1900 kreeg Buitenlandse Zaken be richt van de consul in Kaapstad. Die had uit Johannesburg vernomen dat op bevel van de militaire autoriteiten 1400 NZASM- ambtenaren met gezin naar East London zouden worden overgebracht om van daar naar Europa te worden vervoerd. Uit Lorenzo Marques werd een soortgelijk be richt ontvangen. Buitenlandse Zaken lichtte de directie daarover in. Bericht uit Pretoria Op 20 juli 1900 deelde de directeur in Pret oria jhr.ir. J.A. Kretschmar van Veen mee dat de Engelsen de spoorlijn hadden bezet en geen gebruik wilden maken van NZASM-personeel, zij vertrouwden dat niet tijdens de Tweede Boerenoorlog, 1899-1902. en hadden genoeg vervangers. De werk- weigering van het personeel in Johannes burg was zeker van invloed geweest op die beslissing. Al het personeel, voor zover geen burger van de Zuid-Afrikaanse Republiek, zou met gezin naar Nederland worden overgebracht. Schepen/aanloophaven. Voor de deportatie zetten de Engelsen vijf schepen in te weten Arundel Castle, Brae- mar Castle, Hawarden Castle (Castle Line), German (Union Line) en de Manhattan, die in opdracht van de Engelse marine voer. Daarnaast vervoerden ook andere sche pen mensen die het in Zuid-Afrika voor gezien hielden, zoals de SS Kanzler, Kaiser en Reichstag van de Deutsche Ost Afrika Linie. De schepen van de Castle en Union Line hadden in het algemeen Londen of South ampton als bestemming, maar maakten 24 Den Spiegel

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2019 | | pagina 26