helemaal konden bewonen las ik in de lege
kamers stukjes beschadigde en vergeelde
kranten uit de jaren dertig. Die zaten ge
plakt op jute waarover weer vele lagen be
hang zaten. Ik zag dan sepiakleurige foto's
van streng ogende mannen, vaak met
snorren en baarden, en las hardop de krant
voor in vreemde oude spelling. Vele uren
heb ik daar doorgebracht. Mogelijk dat hier
de interesse naar 'wat is geweest', is ont
staan, wie zal het zeggen.
Een uiterst markant plekje in het huis was
de situering van het toilet.
Waarom markant zul je denken? Omdat het
was buiten aan de straatkant, in het Groene-
woud. Vooral in de winter was het een koude
belevenis, een soort poolexpeditie. Er hing
zo'n zware gietijzeren spoelbak, met een
ketting waaraan je een schip kon ankeren.
Het spreekt voor zich dat het water in de
winter was bevroren en dan was het em
mers water sjouwen. Vaak was het als kind
schrikken als je op het toilet zat en in het
weekend dronken mannen tegen het pot
huis schopten en schreeuwden. Het moet
ook gênant zijn geweest als toeristen vroe-
gen of ze gebruik mochten maken van het
toilet. Ik herinner mij ook de grote diepe
kelder. Met angst en beven ging je naar
beneden. Steile stenen trap. Er lagen veel
lege verpakkingsdozen van sigaren en siga
retten. Prachtig om in te spelen en ravot
ten. 's Avonds was het minder. Een donkere
kelder, die liep tot onder het trottoir op het
Bellamypark. Toen ik oud genoeg was om
kolen te halen, zeg maar zo'n 7 jaar, kon
ik alleen die donkere kelder in met de ko
lenkit om kolen te scheppen. We hadden
sloffen/briketten, eierkolen en antraciet.
Jaarlijks werd de voorraad aangevuld door
de kolenboer uit de Hellebardierstraat.
Jaarl ijks een soort 'vroege zwarte Piet'. In
huis hadden we na verloop van een aantal
jaren ook een zogeheten lavet. Dat moest
het midden houden tussen een douche en
een ligbad, maar was geen van beiden. Het
was meer de stenen opvolger van de zinken
teil waarin mijn zus en ik wekelijks een keer
door moeder werden gewassen. Eerst mijn
zusje en daarna was het mijn beurt. Prettig
in haar sop werd ook mijn haar gewassen.
Maar dankzij het lavet hoefden we niet meer
op tafel in de teil.
Het Bellamypark, 1957. Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen; foto Dert.
April 2019
7