rm^w i j
*r
li
r-
Füïm}'!?!
™r autatk
^~z -. Coxmi
ICOItA
iiUniJff Laut
HF HjfïttoMP*V$ VDoSjJEZlUTl
SlJYKEE PL*? 4
LH 'i' E E SEBOOM
5
5
jy
IjiKJlH*.'
,-. MÖTyiirCAMiKji
D rxEHEBOtlM
COFFI Pj.ATTTACIl
V
DeBeeg
T.
itiu :nnEu"'<T«Ml^ï>lïïicïli
Pl-AHTMIB
frvji, j-7 vyiv -»
V v*ir .ffllj j Cr if.
OT IlFJ' MH
HUUllUi]
$X a. s&
ll II ÏTiT JJSAEÏEEIÏ
llivrHuvs I)EI)ajGERAat.
IIitJIitsViuoiïi IJ
JtAAJ'JN Mltïll
SÏTJfKïï1! 0>H'\AS'SAV
,-*,. F
I
Plattegrond van de plantages gelegen aan rivier de Berbice, 1742; met suikerplantage De Peereboom
en andere Zeeuwse namen, uitsnede. Rechtsonder Fort Nassau; gravure van Jan Daniël Knapp, in
gekleurd. Collectie Rijksmuseum.
constabel Dirk Rosenkrantz een muiterij uit
onvrede over het gebrek aan levensmidde
len. Er zouden al zeventien maanden geen
schepen uit Zeeland zijn gestuurd, wat een
gevolg was van het Rampjaar 1672 toen de
Republiek bijna verloren ging. Vlak daarna
riep Rosenkrantz op tot 'meer kost, en een
ander Opperhoofd', waarop de comman
deur gevangen werd gezet en door een
raadslid vervangen.9
Na de oprichting van de Tweede WIC ont
stond er een conflict over het eigendoms
recht van de kolonie. Maar Abraham van
Pere junior kon bewerkstelligen dat hij in
1678 hetzelfde octrooi kreeg als zijn vader
had gehad. Dit is enigszins verrassend te
noemen, want vanaf de tweede helft van de
zeventiende eeuw was de WIC begonnen de
eigendomsrechten van patroonschappen
terug te kopen. Tegen 1678 was Berbice
12
Den Spiegel