lid van de Generale Synode. Voor een ver
kiezing tot lid van de Gemeenteraad had hij
eerder bedankt, maar in 1893 accepteerde
hij een zetel in de Provinciale Staten voor
de Anti-Revolutionaire Partij. Dat laatste is
opmerkelijk omdat hij lid was van de Her
vormde Kerk. Hij ging dus niet mee naar
Kuypers Dolerende Kerk (Gereformeerd),
maar bleef wel lid van diens ARP. In 1895
werd hij gekozen als lid van Gedeputeerde
Staten. Ondanks zijn leeftijd (in dat jaar 65)
bleef hij in die functie lang actief. In 1913
overleed hij op tragische wijze. Bij een
dienstreis op de veerboot brak hij een been
en de daarna optredende complicaties wer
den hem noodlottig.
Met de laatste jaren van P.J. Siegers zijn we
al vooruit gelopen op de volgende periode,
maar we moeten eerst nog aandacht be
steden aan de tweede bank die sinds 1865
werd opgericht, die van C.R.C. Wibaut.
Onder deze naam opende Clemens Wibaut
op 1 oktober 1877 een kassiers- en com-
missionairsbedrijf aan de Korte Walstraat
H 247 (dat werd al snel Walstraat H 214).
Duidel ijker dan bij de twee eerder opge
richte firma's zijn voor het ontstaan daar
van goede redenen te onderkennen. Met de
aanleg van de spoorlijn en de nieuwe ha
venwerken, gevolgd door de oprichting van
de scheepswerf De Schelde en de Stoom
vaartmaatschappij Zeeland, lieten de voor
uitzichten van Vlissingen zich voor het eerst
in lange tijd beter aanzien. Van veel belang
waren ook de relaties van de Wibauts met
deze nieuwe bedrijven.5 De vader van de
jonge bankier, Florentinus Wibaut, was ko
lenhandelaar en reder. Als vooraanstaand
Vlissinger, lid van de Gemeenteraad en
de Kamer van Koophandel, was hij nauw
betrokken bij de oprichting daarvan; bij
beide werd hij commissaris. Daarnaast was
hij deelgenoot in de houthandel Alberts in
Middelburg. Ook door andere contacten
van zijn vader zal Clemens goed zijn inge
voerd in het Vlissingse zakenmilieu.
Familieomstandigheden droegen mogelijk
eveneens bij tot de stichting van de nieuwe
bank. Clemens oudste broer Frans was in
1876 deelgenoot geworden in de zaken van
zijn vader door de oprichting van de firma
F. Wibaut Zoon. Net als hij had Clemens
de HBS in Middelburg doorlopen. Mogelijk
hadden beide broers daarna in de kolen
handel gewerkt (of bij een bevriende firma)
om ervaring op te doen, maar was de keu
ze voor de opvolging uiteindelijk op Frans
gevallen. Gezien de bemoeiingen van vader
Wibaut met de carrière van zoon Floor (de
latere wethouder van Amsterdam) is het
goed voorstelbaar dat hij ook de hand had
in de oprichting van het bankiershuis van
Clemens.
Het jonge bankiershuis had een goede start
blijkens de grote bedragen, ook in verge
lijking met Siegers en De Koster, die al in
de eerste jaren bij het agentschap van de
Nederl andsche Bank in disconto werden
gegeven. De Agent noemde in dit ver
band soms de grote kredietopnames van
De Schelde, later ook van de houthandel
Alberts. Bij de laatste werd Clemens com
missaris, naast zijn broer Floor die toen
directeur was. Ook met De Schelde bleef
de relatie hecht. Na zijn vader (1875-1881)
en zijn broer Frans (1881-1902) werd Cle
mens daar in 1903 lid van de raad van
commissarissen. Naast de bankzaken werd
de firma Wibaut door beide bedrijven bij
emissies ingeschakeld. Vooral De Schelde
deed een beroep op de kapitaalmarkt. Bij
een kleine aandelenuitgifte in 1882 behoor
de Spoors Sprenger uit Middelburg tot de
deelnemers, maar bij een grotere lening in
1883 verscheen ook Wibaut op het toneel.
Dat gebeurde ook nog in 1916, maar in die
tijd lag het zwaartepunt al bij de grotere in
stellingen Amsterdamsche Bank en Rotter-
damsche Bank. Wibaut fungeerde nog wel
steeds als betaalkantoor voor het dividend.
Ook bij emissies van andere instellingen
trad de firma Wibaut op als emittent, zo
als bij de gemeentes Vlissingen (1887 en
1888) en Goes (1895). Zoals destijds ge
bruikelijk vond ook bij Wibaut regelmatige
afgifte van pandbrieven plaats, onder meer
voor de Amsterdamsche Hypotheekbank
en de Westlandsche Hypotheekbank.
Juli 2019
19