is ook dat hij - evenals zijn broer Frans - aan het einde van de eeuw behoorde tot de vijf hoogst aangeslagenen voor de directe belastingen. De jaren 1895-1930 De jaren vanaf 1895 werden gekenmerkt door een opgaande conjunctuur, die het bankwezen de wind in de zeilen gaf, al tra den wel verschillende financiële crises op. Ook de Vlissingse bankiers konden van deze bloei profiteren. Zij lieten een verdere uitbreiding van activiteiten zien, betrokken nieuwe kantoren en haalden de contacten met instellingen in de rest van het land nauwer aan. Een illustratie daarvan is de oprichting in 1908 van de Bond voor den Geld- en Effectenhandel in de Provincie, waarvan de drie Vlissingse instellingen lid werden. Daardoor konden zij ook gebruik maken van de tariefafspraken die werden gemaakt. Daarbij kregen de provinciale banken voor effectentransacties, die via leden van de beurs moesten worden ge leid, een speciaal tarief dat lager was dan dat voor particulieren. Een probleem dat bij alle particuliere banken speelde was de zorg voor de continuïteit van het bedrijf, met andere woorden er moest tijdig voor goede opvolgers worden gezorgd. Voor de Vlissingse banken werd dat juist in deze pe riode opnieuw urgent. Een nieuw element daarbij was dat de grote banken toen meer belangstelling gingen tonen voor vestiging in de provincie, waardoor overdracht van het bedrijf aan een landelijk opererende bank een mogelijkheid werd. De noodzaak tot vergroting van het kapitaal om verdere groei te ondersteunen was daarbij mede van belang. We zullen hierna zien welke weg in Vlissingen werd ingeslagen. De firma J.C. de Koster bleef in ieder geval volgens het oude patroon werken, al ging dat niet zo eenvoudig. De Koster was on gehuwd gebleven en er was dus geen op volger uit de familie. Hij droeg zijn zaken in 1901 over aan M.J. Verhorst. Het lijkt er echter op dat deze zijn eigenlijke roeping uiteindelijk toch niet in het bankwezen zag. In februari 1916 werd de firma ontbonden en werd er een commanditaire vennoot schap gevormd met S. Landsman (voor dien procuratiehouder) als enig beherend vennoot en Verhorst als commanditair. Al enkele maanden later verdween Verhorst; hij werd in 1917 benoemd tot burgemeester van Wissekerke. Toen vormden S. Lands man en J.E.J. Jurry samen een nieuwe firma De Koster Co. Over de achter grond van beiden is eigenlijk niets bekend. Landsman was waarschijnlijk uit Vlissingen zelf afkomstig, Jurry vestigde zich van uit Gorinchem in de stad. Vanaf 1925 was Jurry de enige firmant in De Koster Co. Inmiddels was de zaak in 1905 verplaatst van de Bierkade naar de Pottekade, na de demping Wilhelminastraat 19. Wat de activiteiten betreft kwam, naast het oude kassiersbedrijf (het bewaren van gel den) en het verstrekken van kredieten (ver moedelijk vooral het kopen van wissels), de bemiddeling bij het opnemen van hypothe ken en het plaatsen van pandbrieven. Voor dit laatste verwierf de firma het agentschap van de Nationale Hypotheekbank. Voor de kredietverlening was van belang het corres- S. Landsman, firmant van De Koster Co. van 1917 tot 1925, omstreeks 1925. Fotocollectie Gemeentearchief Vlissingen. Juli 2019 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 2019 | | pagina 23