Gezicht op de haveningang van Vlissingen, circa 1780; kopergravure M. Sallieth.
Collectie Rijksmuseum.
een goudmijn. Het Middelburgse slaven
schip Vrouw Johanna Cores keerde in 1759
bijvoorbeeld terug op Walcheren met een
winst van meer dan 100 procent! Dat bleef
ook in Vlissingen niet onopgemerkt.
Vlissingse slavenhandelaren
De Vlissingse slavenhandel werd destijds
gedomineerd door een kleine groep gespe
cialiseerde handelaren. Zij beschikten over
de benodigde kennis en connecties om
voldoende kapitaal te werven. Enkele be
langrijke spelers waren Jan Swart, Adriaan
Kroef en Jan van der Moyse. Door de com
merciële kansen gingen in de jaren zestig
van de achttiende eeuw ook andere koop
lieden zich bezighouden met het uitreden
van slavenschepen. Tot de nieuwelingen
in de slavenhandel behoorden Anthony en
Hendrik de Zitter, Steven Matthijs Snouck
Hurgronje, Abraham Louijssen en Johannes
Helleman van Eykellenberg. In totaal reed
den Vlissingse slavenhandelaren in de twee
decennia na 1760 meer dan 160 maal
een slavenschip uit (tegenover ongeveer
100 maal in Middelburg). Dat is een fors
aantal voor een stad die destijds ongeveer
6.000 inwoners had, vooral aangezien sla-
venreizen zeer kostbaar waren. Het uitreden
van een enkel schip vergde al snel een be
drag van omgerekend 900.000!
In de kleine gemeenschap die Vlissingen
destijds was, moeten de slavenhandelaren
elkaar goed hebben gekend. Ze ontmoetten
elkaar op de beurs, maar woonden veelal
ook bij elkaar in de buurt. Veel slaven
handelaren woonden in de Nieuwstraat
(zoals Abraham Louijssen en Anthony de
Zitter), de Nieuwendijk (zoals Hendrik de
Zitter en Jan van der Woordt) of de Oude
Timmerwerf (Adriaan Kroef). De actieve
slavenhandelaren waren over het alge
meen niet de rijkste personen van Wal
cheren, maar waren alsnog deftigburger-
lijke lieden. Sommigen van hen wisten
door te dringen tot het stadsbestuur. De
gebroeders De Zitter waren bijvoorbeeld
4
Den Spiegel