Toch gaat het voor de geallieerden nog te
langzaam, de zee komt bij vloed binnen,
tweemaal per dag. Een echte overstroming
is er nog niet. Vier dagen na Westkapelle
gooien 122 bommenwerpers bommen op
de dijken De Nolle, bij Vlissingen en Ram-
mekens, bij Ritthem. Op 11 oktober wordt
ook de dijk bij Veere vernield. Nu loopt
Walcheren vol water, op de duinrand, een
aantal dorps- en stadskernen en een ge
deelte in het noordoosten na. Wegen, stra
ten, de landerijen, alles wordt door het wa
ter overspoeld.
De Duitsers zijn nog steeds bezig met hun
nooddijken, maar geven dit op 14 oktober
toch maar op.
Vluchtelingen
In Middelburg zijn 20.000 vluchtelingen uit
de overstroomde gedeelten ondergebracht.
In Vlissingen staan delen van de stad bij
vloed onder water en delen van de binnen
stad zijn droog. Veel mensen wonen er niet
meer, zo'n 3000. Velen zijn in de loop van
de oorlogsjaren al vertrokken vanwege de
onveilige situatie door de vele bombarde
menten de hele bezetting door. Ook is er
sprake van verplichte evacuatie naar an
dere delen van het land als men niet voor
werk in Vlissingen moet zijn. Inwoners die
nog in de stad verblijven, raken gewend
aan het stijgen en weer wegtrekken van het
water. Zij leven met het tij. Huisraad wordt
verhuisd en men gaat boven wonen.
Mensen verplaatsen zich met allerlei vaar
tuigen, zelfgebouwde vlotten, kano's, roei
boten. Men past zich aan de situatie aan
en er worden zeer creatieve oplossingen
bedacht. Het water blijft meer dan een jaar
Walcheren overspoelen. De gaten in de dij
ken zijn door de kracht van het in- en uit
stromende zeewater nog groter geworden.
Bevrijd
Als de bevrijding van Walcheren op 7 no
vember een feit is, kan worden nagedacht
over hoe nu verder. Vlissingen wordt lang
zaamaan weer bewoond, maar er is erg
veel puin te ruimen. Bovendien is daar nog
altijd het water. In Oost-Souburg wonen in
de loop van de winter en het voorjaar op de
bovenverdiepingen alweer zo'n 2000 men
sen. Ritthem telt op 1 januari 1945 slechts
60 inwoners.
De vaart op Antwerpen komt vanaf eind
november 1944 op gang, nadat de rivier
grotendeels vrijgemaakt is van mijnen.
Maar nog steeds is daar het water. Het
dichten van de dijkgaten is een enorme op
gave. Door de oorlog ontbreekt aanvanke
lijk goed materiaal. Ook stormen, spring
vloed, kortom de elementen zorgen voor
grote problemen.
Op alle vier de plekken wordt gewerkt. Het
is niet mogelijk alle gaten tegelijk te dich
ten, bovendien moet het water er ook uit.
Begin oktober wordt het gat in de Nolle
gedicht. Veertien dagen later de dijk van
Westkapelle. Eind oktober wordt de dijk
bij Veere gesloten. Dan is het even op.
Tijdens najaarsstormen komt het water tot
een enorme hoogte. Walcheren is niet op
tijd dicht. In Ritthem storten nog meer hui
zen in dan al eerder is gebeurd. Veel huizen
hebben alleen nog voorkanten, de 'coulis
sen' van een dorp.
Het gat bij Rammekens zorgt voor een
enorme krachtmeting met de zee. Sleep
boten, zandzuigers, drijvende kranen, cais
sons, alles wordt in de strijd gegooid. Op
22 februari 1946 wordt het dijkgat bij Ram-
mekens gesloten.
Nu blijkt hoe verdronken Walcheren is. De
grond is verzilt, er groeien mosselen aan de
bomen. Bomen en planten zijn dood, hui
zen kapot. De wederopbouw gaat begin
nen. De grond wordt vervangen, de schade
hersteld. Er worden nieuwe bomen geplant.
In 1947 wordt het eerste graan weer ge
oogst.
De schrijver A. den Doolaard schrijft in zijn
roman Het verjaagde water over de strijd
om de drooglegging van het voor de bevrij
ding opgeofferde eiland. Zoals de flaptekst
meldt:
Met twaalf schoppen en twee Engelse sleu
tels begint het gevecht tegen de zee. Later
zijn er schepen, zandzuigers, kranen, ma-
Oktober 2019
9